Pensioen met punten: Bacquelaine ‘houdt rekening met verschillende standpunten’

Minster van Pensioenen Daniel Bacquelaine. © Belga Image

Het dossier van het pensioen met punten ligt opnieuw op de regeringstafel, nu vakbonden en werkgevers een verdeeld advies hebben gegeven. Minister van Pensioenen Daniël Bacquelaine (MR) zegt dat hij rekening zal houden met de verschillende standpunten van de sociale partners alvorens, samen met de regeringspartners, de modaliteiten van het nieuwe regime vast te leggen.

Ook de Academische Raad, die de principes van het pensioen met punten definieerde, zal erbij betrokken worden, belooft Bacquelaine.

De minister herinnert eraan dat de invoering van het pensioen met punten voorzien is voor 2025.

Verdeeld advies

Vakbonden en werkgevers brachten maandag in het nationaal pensioencomité een verdeeld advies uit over de eventuele invoering van het pensioensysteem met punten.

De sociale partners zitten al sinds 2015 samen over de regeringsplannen om een nieuw pensioensysteem in te voeren. Daarbij krijgt iedereen per gewerkt jaar een punt. Maar wie bijvoorbeeld een zwaar beroep uitoefent, zou extra punten krijgen. Op het einde van de loopbaan worden de punten omgezet in een bedrag.

Werkgevers

Volgens de werkgevers hebben de vakbonden steevast geweigerd om te discussiëren over het pensioen met punten. De werkgevers zeggen achter de invoering van het pensioen met punten te kunnen staan, mits dit goed wordt ingevuld. Het pensioensysteem zal in de toekomst betaalbaar moeten blijven, benadrukken ze.

‘Zo moet er in de toekomst bijvoorbeeld rekening worden gehouden met de verhouding tussen actieven en niet-actieven’, legt Caroline Deiteren van de Unizo-studiedienst uit. ‘Ook moet langer werken aangemoedigd blijven’.

Essentieel voor ondernemersorganisatie Unizo is alvast dat het pensioen met punten voor een harmonisering moet zorgen tussen de bestaande stelsels van werknemers, ambtenaren en zelfstandigen.

Bart Buysse
Bart Buysse© Belga

Voor werkgeversorganisatie VBO is het pensioen met punten geen fetisj of een doel op zich, maar moet er wel een globale hervorming van de pensioenen komen om het systeem betaalbaar te houden.

Het VBO haalt er nog eens de cijfers van de studiecommissie voor de vergrijzing bij, waaruit blijkt dat de vergrijzingskosten tegen 2040 met 12,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp) zullen stijgen, wat overeenkomt met een additionele kost van 2,3 procent van het bbp. Dat betekent dat we in 15 jaar tijd bijna 10 miljard euro moeten vinden om deze extra kosten te financieren. Er dreigt dan ook een onevenwicht tussen de uitgaven en de inkomsten’, aldus de werkgeversorganisatie, verwijzend naar de relatief korte loopbanen van de Belg en naar de lage tewerkstellingsgraad in ons land.

Bij een globale pensioenhervorming moet volgens het VBO de stijgende levensverwachting voldoende in rekening worden gebracht, moet werken meer lonen dan niet werken (het huidige systeem van de gelijkgestelde periodes moet dus worden herzien) en moet vroeger stoppen of langer werken ook correct vertaald worden in het pensioenbedrag dat men ontvangt. ‘Pas op het einde van de hervormingsoefening moet worden uitgemaakt welk vehikel het meest geschikt is in functie van faciliteiten, transparantie, implementatie- en overstapkosten. De noodzaak van een pensioenhervorming staat evenwel buiten kijf en de sociale zekerheid, waarin steeds minder actieven bijdragen voor steeds meer niet-actieven, staat onder druk. Hervormingen blijven dan ook noodzakelijk’, zegt directeur-generaal Bart Buysse.

Daniel Bacquelaine
Daniel Bacquelaine© Belga Image

Vakbonden

De vakbonden bestempelen het pensioen met punten als ‘duur, ondoeltreffend en nefast voor de werknemers’, blijkt uit een gemeenschappelijk persbericht van ABVV, ACV en ACLVB. Maar vooraleer ze het debat over de toekomst van het Belgische pensioenstelsel willen aanvatten, vragen ze eerst voorafgaande engagementen. ‘Tot op vandaag heeft de minister daar echter geen gevolg aan gegeven’, betreuren de bonden.

Eerst en vooral vinden ze dat de vervangingsratio van het wettelijke pensioen voor werknemers ‘voldoende hoog’ moet zijn. Ze willen ook dat de regering zich engageert om de nodige financiële middelen vrij te maken om deze doelstelling te waarborgen. De bonden willen ook dat de besprekingen over pensioenen en over de arbeidsmarkt gelijktijdig worden gevoerd.

De regering mag volgens de bonden eveneens niet meer raken aan de stelsels van brugpensioen (SWT) en tijdskrediet en ze moet bij de berekening van het pensioen de periodes van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of brugpensioen gelijkstellen met het laatste loon. Tot slot willen de bonden dat het nieuwe stelsel met betrekking tot zwaar werk niet gefinancierd wordt via besparingen op de pensioenen.

ABVV, ACV en ACLVB mikken duidelijk op een versterking van het wettelijk pensioen, waarbij de huidige mechanismen die het pensioenbedrag bepalen moeten worden herzien. ‘Deze versterking is nodig willen we een wettelijk pensioen kunnen waarborgen waarmee gepensioneerden waardig kunnen leven, zonder in de armoede te verzeilen. Dit alles moet gebeuren in een kader dat voorspelbaar, duidelijk en transparant is voor alle werknemers.’

Het stelsel nog volatieler maken is volgens de bonden geen optie. ‘Dit zal de bezorgdheid en ongerustheid doen toenemen.’

Zware beroepen

Een ander belangrijk pensioendossier – de zware beroepen – ligt ook al op de regeringstafel. Daarover worden normaal deze week knopen doorgehakt. Bonden en werkgevers raakten het over de zware beroepen eerder ook al niet eens.

Partner Content