Meer pensioensparen of niet: hoe maakt u de keuze?

. © MarianVejcik (iStock)
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Vanaf volgend jaar kunt u elk jaar tot 940 euro of tot 1200 euro opzijzetten voor uw oude dag. Het fiscale voordeel verschilt wel.

Dit jaar kunt u maximaal 940 euro storten voor het pensioensparen, waarvan u volgend jaar 30 procent recupereert via uw belastingafrekening. Dat systeem blijft behouden, maar vanaf 2018 kunt u er ook voor kiezen tot 1200 euro opzij te zetten voor uw pensioen. Spaart u meer dan 940 euro, dan bedraagt de belastingvermindering wel 25 procent op de totale storting.

U hoeft niet extra te storten voor het pensioensparen als u alleen uit bent op de belastingvermindering

Volgens het kabinet Financiën kunt u elk jaar opnieuw de keuze maken tussen een van beide systemen. U mag perfect het ene jaar 1200 euro sparen en het andere jaar 940 euro, naargelang de financiële ruimte die u hebt.

Als u per ongeluk meer dan 940 euro zou storten, moet de bank u verwittigen dat u de belastingvermindering van 30 procent verliest. U moet dus expliciet toestemming geven aan de bank om meer te kunnen sparen. “De consument wordt zo beschermd”, klinkt het op het kabinet. Blijft nog de vraag voor pensioenspaarder: is het wel interessant meer dan 940 euro te storten?

Meer of minder belastingen

Als u volgend jaar 940 euro stort, krijgt u daarvan het daaropvolgende jaar 282 euro terug via de personenbelasting. Stort u één euro meer, dan bedraagt de belastingvermindering 235,25 euro, of 46,75 euro minder. Om meer te sparen en in absolute termen evenveel of meer belastingvoordeel te hebben, moet u minstens 1128 euro opzijzetten.

Het pensioensparen dankt een groot deel van zijn aantrekkingskracht aan de belastingvermindering die eraan gekoppeld is. Als u op uw 25ste start met pensioensparen, kunt u 40 jaar lang elk jaar besparen op uw belastingafrekening. Als u uw stortingen beperkt tot 940 euro per jaar, krijgt u een totaal belastingvoordeel van 11.280 euro op een investering van 37.600 euro. Als u elk jaar 1200 euro stort, hebt u een belastingvermindering van 12.000 euro op een investering van 48.000 euro.

Meer of minder kapitaal

Maar pensioensparen rendeert ook zonder belastingvermindering. Het brengt meer op dan een spaarboekje. Al is de vergelijking met een spaarrekening niet helemaal eerlijk, want het geld op een spaarrekening is onmiddellijk opvraagbaar, terwijl u moet wachten tot uw 60ste verjaardag, vooraleer u uw pensioenspaarvarken kunt openbreken.

Het pensioensparen zet wel aan tot gedisciplineerd sparen. De meeste banken raden aan maandelijks een vast bedrag opzij te zetten. Zo kunt u vrijwel moeiteloos een mooi kapitaal bij elkaar sprokkelen voor uw oude dag. Zelfs met een magere gemiddelde opbrengst van 1 procent per jaar, staat er na veertig jaar pensioensparen toch meer dan 50.000 euro op u te wachten (zie tabel Pensioensparen rendeert voor de lange termijn).

Meer pensioensparen of niet: hoe maakt u de keuze?

Pensioensparen kan met een fonds of een verzekering. Switchen tussen een fonds en een verzekering kan niet, tenzij u bereid bent 33 procent belasting te betalen op het kapitaal dat u overzet. U kunt wel belastingvrij overschakelen van het ene fonds op het andere of van de ene verzekering op de andere, als u bijvoorbeeld ontevreden bent over het rendement. Maar daar kunnen wel kosten bij komen kijken.

Meer of minder rendement

Pensioenspaarders die begin 2017 meteen het volledige bedrag stortten in een fonds, hebben vandaag gemiddeld 9 procent winst. Die 940 euro is intussen gemiddeld 1024,6 euro waard, zonder rekening te houden met de belastingvermindering van 282 euro die u volgend jaar krijgt.

Er zijn wel grote onderlinge verschillen in rendement. Het dynamische Pricos-fonds van KBC is sinds Nieuwjaar gestegen met 11,5 procent, terwijl het gros van de defensieve fondsen minder dan 5 procent heeft gewonnen. 2017 is een goed jaar voor de pensioenspaarfondsen. Het gemiddelde jaarrendement over de voorbije tien jaar bedraagt net geen 5 procent.

De oudste pensioenspaarfondsen, die ongeveer dertig jaar geleden werden gelanceerd, halen op heel lange termijn een gemiddelde jaarreturn van 7 à 8 procent. Het zijn dynamische fondsen, die meer investeren in aandelen dan in obligaties. Vandaag zijn er ook defensieve of gebalanceerde fondsen op de markt, die meer in obligaties dan in aandelen beleggen, of evenveel in obligaties als in aandelen.

De wetgever heeft vanaf het begin beperkingen en verplichtingen opgelegd aan de pensioenspaarfondsen. Zo mogen ze niet te veel in andere munten dan in euro investeren. Ze moeten beleggen in obligaties én in aandelen, en ze moeten wegblijven van derivaten. Ze moeten ook een deel van de middelen reserveren voor aandelen van kleine bedrijven.

De rendementen van de pensioenspaarverzekeringen schommelden in 2016 tussen 0,5 en 2,5 procent. 1,05 procent was de hoogste gewaarborgde rentevoet die we konden vinden voor de verdere looptijd van het contract.

Aan het einde van de rit

Op uw 60ste verjaardag komt de fiscus langs. Als u met een fonds aan pensioensparen doet, betaalt u 8 procent belasting op het fictieve kapitaal dat u zou hebben opgebouwd als u elk jaar 4,75 procent zou hebben verdiend. Ligt het gemiddelde jaarlijkse rendement van uw fonds hoger, dan krijgt u een stukje rendement belastingvrij.

Is het rendement lager, dan betaalt u belasting op iets dat u niet hebt gekregen. De dynamische pensioenspaarfondsen die meer in aandelen dan in obligaties investeren, hebben allemaal een rendement dat daar ver boven ligt. Doet u aan pensioensparen met een verzekering, dan wordt enkel het vooraf gewaarborgde rendement belast. Daar kunnen nog winstdeelnemingen bovenop komen, die dan onbelast zijn.

U hoeft niet extra te storten voor het pensioensparen als u alleen uit bent op de belastingvermindering. Maar u moet dat wel doen als u stelselmatig iets wilt opbouwen voor uw oude dag en als u de financiële bewegingsvrijheid hebt om nog wat extra opzij te zetten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content