Geen akkoord over afsplitsing onbelast bijverdienen uit relancewet

© BelgaImage

Binnen de conferentie van voorzitters is maandag geen akkoord bereikt over het voorstel van de oppositie om de maatregel rond het onbelast bijverdienen uit de relancewet te halen en na Nieuwjaar te behandelen. Voor meerderheidspartijen N-VA, MR, Open Vld en CD&V is het Zomerakkoord immers één geheel. Het is nu afwachten hoe de oppositiepartijen zich deze week zullen opstellen bij de bespreking in de Kamer.

Anderhalve week geleden bereikte het kernkabinet een akkoord over de drie heikele thema’s uit het Zomerakkoord: de taks op de effectenrekeningen, de 6.000 euro per jaar onbelast bijverdienen en de hervorming van de vennootschapsbelasting. Die twee laatste maatregelen werden in de 1.600 bladzijden tellende Relancewet gegoten en samen met een wetsontwerp over de vennootschapsbelasting in de Kamer ingediend.

De oppositie had vorige week voorgesteld het luik over het onbelast bijverdienen uit de relancewet te halen en apart te behandelen. Daarbij speelt de korte termijn voor de behandeling in het parlement een rol, maar ook dat de maatregel pas op 20 februari 2018 in voege zou treden. Zoals verwacht gingen de meerderheidspartijen daar niet op in.

De vraag is nu of de oppositie roet in het eten strooit bij de behandeling van de teksten in commissie of in de plenaire Kamer. Ze zou bijvoorbeeld een tweede lezing kunnen vragen of een nieuw advies aan de Raad van State, waardoor de bespreking vertraging zou oplopen en een van beide wetsontwerpen, of allebei, mogelijk niet meer voor de start van het kerstreces eind deze week groen licht krijgt.

Vorige week nog dreigde de PS ermee dat het parlement van de Franse gemeenschap of het parlement van de Franstalige Brusselaars (Cocof) een belangenconflict zou kunnen inroepen tegen het onbelast bijverdienen. Daardoor zou de behandeling van de wettekst meteen voor zestig dagen stilliggen. Zonder de loskoppeling van de maatregel, zou dat dan gelden voor de hele relancewet, dus ook de hervorming van de vennootschapsbelasting.

Partner Content