De dienstencheques, die binnenkort hun 15de verjaardag vieren, vormen een performant systeem, maar er is nog ruimte voor verbetering. Dat meldt sectorfederatie Federgon bij de voorstelling van haar memorandum.
Federgon stelt vast dat de dienstencheques uitgegroeid zijn tot een volwassen sector met ruim 140.000 werknemers, vaak afkomstig uit kansengroepen. Indirect zorgen zij voor nog eens 22.000 voltijdse banen. Meer dan een miljoen huishoudens gebruiken de cheques, die sinds 2014 9 euro kosten (voor de eerste 400 stuks).
“We mogen er trots op zijn. De Belgische dienstencheques vormen een voorbeeld van goede praktijk op Europees niveau”, aldus Herwig Muyldermans, algemeen directeur van Federgon.
Muyldermans roept de politieke partijen wel op een aantal zaken nog te verbeteren. Allereerst is er de prijs. Die moet aantrekkelijk blijven voor de gebruikers, maar ook houdbaar voor de overheid. Federgon stelt voor de prijs te koppelen aan de inflatie (met dus meer prijsstijgingen tot gevolg), of een derdebetalerssysteem te organiseren. Daarbij zou bijvoorbeeld de werkgever een deel van de kosten dragen.
De federatie roept ook op om de beperking op het aantal dienstencheques dat je per jaar kan kopen, te laten vallen, maar te koppelen aan een hogere prijs zodra er meer dan 500 besteld worden.
Voorts ziet Federgon mogelijkheden om het systeem van de dienstencheques uit te breiden naar kleine werken aan de woning en tuinonderhoud (met eventueel een aangepaste prijs), en om studenten en gepensioneerden beter te kunnen inschakelen.
“Er zijn een aantal aandachtspunten waar werk van moet worden gemaakt als we het systeem van dienstencheques helemaal future-proof willen maken”, aldus Muyldermans. Het memorandum pleit ‘voor een evolutie van het stelsel, geen revolutie’.
