Zijn turbo’s een interessant alternatief voor aandelen?

© iStock

Naar aanleiding van de beleggerscompetitie, die op 15 februari van start is gegaan, stellen we elke dag een populair tradingproduct voor. Vandaag: turbo’s.

Turbo’s werden in 2004 als een hefboomproduct op de markt gebracht door ABN AMRO. De jaren daarna ontstond een wildgroei van soortgelijke producten van andere uitgevers. Die gaven er andere namen aan, zoals sprinters en speeders. Later werden varianten ontwikkeld met namen als booster, trader, sprinter, speeder Best en XL. De markt is dus erg versnipperd.

Hefboom creëren

Turbo’s zijn afgeleide producten die een hefboom creëren op de koersbewegingen van een onderliggende waarde. Die kan zowel bestaan uit een aandeel, een index, een obligatie, een valuta als een grondstof. Wie een stijging van de waarde verwacht, koopt een turbo long; wie een daling verwacht, gaat voor een turbo short. Het basisprincipe is dat de uitgever het grootste deel van de aankoopprijs van de waarde financiert – het financieringsniveau. Hij doet dat niet gratis. Op het financieringsniveau moet een rente worden betaald. Als referentie wordt daarvoor de rente op de daggeldmarkt gebruikt, vermeerderd met 2 à 3 procent, afhankelijk van de waarde en de uitgever.

Die kosten worden dagelijks in de waarde van het financieringsniveau verrekend. Hoe langer de belegger de positie aanhoudt, hoe meer rente hij betaalt. De koers of de intrinsieke waarde van de turbo is het verschil tussen de koers van de onderliggende waarde en het financieringsniveau. In gewone turbo’s is een stoploss ingebouwd, die boven (long) of onder (short) het financieringsniveau ligt. Boven of onder die stoploss wordt de positie automatisch afgewikkeld tegen de marktprijs. De stoploss heeft tot doel het verlies niet hoger te laten oplopen dan de inleg. Het verschil tussen het financieringsniveau en de prijs waarop de positie wordt afgewikkeld, is de restwaarde.

Long en short

Een voorbeeld: de Royal Dutch Shell Turbo Long. Een aandeel van Royal Dutch Shell kost 19,89 euro – de referentieprijs van deze turbo. Wie het product met dat aandeel als onderliggende waarde koopt, betaalt slechts 6,54 euro. De resterende 13,35 euro – het financieringsniveau – neemt de uitgever, BNP Paribas Markets, voor zijn rekening. Als het aandeel van Royal Dutch Shell onder de stoploss van 14,4 euro zakt, wordt de turbo afgewikkeld met een restwaarde van 1,05 euro (14,4-13,35). Hoe kleiner het verschil tussen de koers van de waarde en de stoploss, hoe hoger het risico, maar ook hoe groter de hefboom. In dit geval bedraagt de hefboom 3,05. Stijgt de koers van het aandeel met 10 procent, dan klimt de waarde van de turbo met ongeveer 30 procent. De stoploss wordt maandelijks aangepast op basis van het financieringsniveau.

Wie verwacht dat het aandeel van Facebook daalt, kan de Facebook Turbo Short kopen. De stoploss (131 dollar) en het financieringsniveau (114,75 dollar) liggen dan boven de referentieprijs (114,75 dollar). Bij een stijging van het aandeel tot boven de stoploss wordt de positie afgewikkeld. De hefboom bedraagt 4,29. Als het aandeel met 5 procent daalt, stijgt de waarde van de turbo met ongeveer 22 procent. Opvallend: het aandeel noteert in dollar, de turbo in euro.

Versnipperd aanbod

Het grootste voordeel van hefboomproducten is dat een belegger met een beperkte inleg toch een hoog rendement kan halen, omdat hij slechts een klein deel van de waarde moet financieren. Daarnaast is een keuze tussen verschillende stoplossniveaus mogelijk. Het is dus mogelijk tot op zekere hoogte het risiconiveau te bepalen. Door de rentekosten zijn turbo’s veeleer ongeschikt als langetermijnbelegging. Hefboomproducten richten zich dan ook in de eerste plaats tot traders met een korte beleggingshorizon. Vooral de timing is cruciaal om een goed rendement te realiseren.

Het versnipperde aanbod van producten die op elkaar lijken maar toch in details van elkaar verschillen, is geen goede zaak voor de transparantie van hefboomproducten. Ook de liquiditeit lijdt eronder, hoewel de uitgever als marktmaker altijd bied- en laatkoersen moet afficheren. Maar in de praktijk zien we dat de spreads – de verschillen tussen bied- en laatkoersen – bij weinig verhandelde turbo’s hoog kunnen oplopen. Zo wordt een turbo met een nominale waarde van bijvoorbeeld 3 euro oninteressant als de spread 30 eurocent bedraagt. Het verdient daarom de aanbeveling enkel in de meest liquide hefboomproducten te handelen.

Kosten en fiscaliteit

De financieringskosten worden geafficheerd door de uitgever. Daarnaast is de spread een vaak vergeten kostprijs. Die kan voor dezelfde onderliggende waarde sterk afwijken bij de verschillende uitgevers. Het is daarom verstandig de aanbieders van hefboomproducten met elkaar te vergelijken. Bepaalde uitgevers – Binck bijvoorbeeld – bieden hun turbo’s niet aan op Euronext, maar via het alternatieve handelsplatform CATS. Daar kunnen beleggers alleen handelen met de marktmakers of de uitgevers van hefboomproducten zelf.

Ze kunnen dus met een order niet tussen de bied- en de laatkoers in gaan staan en hopen dat een andere particuliere tegenpartij mee handelt. Ook het makelaarsloon op hefboomproducten kan verschillen van aanbieder tot aanbieder. Sommige zijn interessanter voor kleine bedragen, andere voor grote bedragen. De grote versnippering van het aanbod heeft wel als voordeel dat er regelmatig commerciële acties zijn om de producten te promoten, waardoor op transacties tot een bepaald niveau geen makelaarsloon wordt aangerekend.

Ook hefboomproducten zijn onderhevig aan de algemene beurstaks van 0,27 procent per transactie (met een maximum van 800 euro). Als turbo’s en aanverwante producten binnen de zes maanden na de aankoop weer met winst worden verkocht, is een speculatiebelasting van 33 procent op de meerwaarde verschuldigd als de onderliggende waarde een aandeel of een vooraf samengestelde aandelenkorf is. Volgens de website Binck vallen enkel producten die op een beurs of op een multilateraal handelsplatform noteren onder de speculatiebelasting, en “aangezien op Binck turbo’s verhandeld worden op een bilateraal platform, zijn ze niet onderhevig aan die taks”.

Tot vrijdag 13 mei kan u uw beleggersinstinct gratis en zonder risico op de proef stellen door in real time aandelen, trackers en turbo’s te kopen en verkopen. Staat u op het einde op kop van het klassement, dan wint u misschien de beleggingsportefeuille van 10.000 euro. Behaalt u het hoogste rendement van de week, dan wint u misschien 1.000 euro in een aandeel naar keuze. Neem hier deel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content