Waarom de spaarder niet naar de beurs trekt

© Getty Images/iStockphoto
Jasper Vekeman medewerker Trends en Moneytalk 

Het einde van de speculatietaks en het economische herstel brengen de belegger terug naar de beurs. Maar op de spaarder blijft het wachten. Jammer, klinkt het bij de Vlaamse Federatie van Beleggers: “Beleggen is een economische noodzaak voor al wie zijn levenstandaard wil behouden na zijn pensioen.”

“Ze moesten stoelen bijschuiven. De opkomst was duidelijk groter dan verwacht”, vertelt iemand die onlangs de beginnerscursus bij de Vlaamse Federatie van Beleggers (VFB) heeft gevolgd. Dat is geen staalhard bewijs dat de interesse voor de beurs is toegenomen, maar het is toch een teken aan de wand. Wat wel bewijst dat de particuliere belegger terug is, zijn de veel hogere handelsvolumes die de beursuitbater Euronext begin dit jaar bekendmaakte.

Een belangrijke oorzaak van de prille beursrevival is de afschaffing van de speculatietaks. Sinds begin vorig jaar moesten de kleine beleggers – niet de grote institutionele spelers – een belasting van 33 procent betalen op de winst op aandelen die hij binnen de zes maanden na de aankoop weer verkocht. Het gevolg liet zich raden: veel beleggers dachten twee keer na voor ze nog in een aandeel stapten en dus vielen de inkomsten uit de beurstaks – een belasting op transacties – zwaar terug. Omdat de speculatietaks de overheidsinkomsten deed dalen, trok de regering er na minder dan een jaar de stekker uit.

De speculatietaks is pas sinds begin dit jaar geschrapt uit het Belgische belastingboek, maar zolang heeft de belegger niet gewacht. De voorbije maanden trok de handel in veel kleine en middelgrote Brusselse aandelen sterk aan, omdat ze na Nieuwjaar zonder straf weer konden worden verkocht. Die trend zet door. Een blik op de handelsvolumes in biotechaandelen zegt genoeg. Veel van die kleinere bedrijfjes zijn te beperkt in omvang voor grote beleggers zoals pensioenfondsen, wat maakt dat ze het exclusieve speelterrein zijn van de particuliere beleggers. Sinds begin dit jaar zijn er elke dag al meer aandelen van bijvoorbeeld Mithra en MDxHealth verhandeld dan gemiddeld vorig jaar.

Terugkeer

Veel beleggers hebben een beperkt geheugen

Maar de afschaffing van de speculatietaks is lang niet de enige verklaring voor de oplevende beursappetijt. Vorig jaar begon met een stevige correctie, al sloten de meeste beursindexen het jaar nog met winst af, met dank aan het eindsprintje na de verkiezing van Donald Trump tot Amerikaans president. “Veel beleggers hebben een beperkt geheugen”, zegt Etienne de Callataÿ, de hoofdeconoom van Orcadia Asset Management. “Na een correctie zijn ze even voorzichtig. Nu het alweer maanden goed gaat, krijgen beleggers spijt dat ze aan de zijlijn zijn gaan staan en keren ze terug.”

Ook de lage rente maakt de beurzen aantrekkelijk, ook al is die ondertussen oud nieuws. De rente is onlangs zelfs wat gestegen, maar ze blijft historisch laag. De Belgische rente bedraagt nu 0,75 procent. Dan oogt het gemiddeld dividendrendement op Belgische aandelen (Belgian all shares) van 4,2 procent een stuk aantrekkelijker.

De jongste tijd wijzen veel indicatoren er ook op dat de economie aantrekt. Zelfs de inflatie leeft weer op. In zo’n klimaat kunnen de bedrijfswinsten stijgen, wat normaal goed nieuws is voor de beurs. Maar Sven Sterckx, de voorzitter van de VFB, waarschuwt: “Op lange termijn is er weinig verband tussen groei en beursprestaties. Dat is dus geen goede reden om te beleggen.”

Vlijtig sparen

Dat de particuliere belegger terugkeert, betekent niet dat ook de spaarders massaal de weg naar de beurs vinden. “We zien vooral een verschuiving van obligaties naar aandelen bij bestaande beleggers”, zegt Sterckx. Die verschuiving is niet zo vreemd. Zolang de rente daalde, stegen de obligatiekoersen en waren er behoorlijke rendementen te halen op de obligatiemarkten. Nu de rentes klimmen, zoeken obligatiebeleggers andere oorden op. Zeker nu de aantrekkende inflatie het al schamele rendement nog verder aantast.

De gemiddelde Belg daarentegen blijft vlijtig sparen. Hij zet weliswaar een kleiner deel van zijn beschikbare inkomen opzij, maar de spaarboekjes in ons land zijn vorig jaar verder aangedikt tot 260 miljard euro. “Door de lage rente zou je denken dat meer mensen de stap naar de beurs wagen, maar ik zie de traditionele spaarder nog niet opduiken”, merkt De Callataÿ op. “De lage rente is bedoeld om mensen meer risico te doen nemen, maar dat zien we niet gebeuren.”

De terughoudendheid voor de beurs komt deels uit de herinnering aan de financiële crisis, die nog zeer levendig is. Vaak wordt ook verwezen naar een gebrek aan financiële kennis. Maar volgens Sterckx is die in het buitenland niet groter. “Wat wel verschilt, is de perceptie van het risico. Wie op de beurs belegde, kon de afgelopen decennia een gemiddeld rendement van zo’n 7 procent per jaar halen. Maar in die tijd kan dat kapitaal wel sterk schommelen. Dat moet de Belg leren aanvaarden.”

Elders in Europa merkt Sterckx dat de klik sneller gemaakt wordt. “In Nederland bijvoorbeeld hebben veel mensen wel de stap gezet van sparen naar beleggen.” De voorzitter van de Vlaamse beleggersfederatie schrijft dat voor een groot deel toe aan het klimaat in ons land. “Hier worden beleggingsproducten echt ontraden. De naam ‘speculatietaks’ alleen al kleeft een etiquette op de belegger. En vergeet ook niet dat de regering de roerende voorheffing nog eens heeft verhoogd.”

Vrijstelling

Veel mensen zijn gewoon echt overtuigd: de beurs is niet voor mij”

Op spaarboekjes is er bij ons een fiscale vrijstelling tot 1880 euro. Tegen de wettelijke minimumrente van 0,11 procent mag er 1,7 miljoen euro op een gereglementeerde spaarrekening staan zonder dat de intresten worden belast. “Die ongelijke behandeling houdt mensen weg van de beurs. Ze is eigenlijk niet correct”, zegt Sterckx. “Er zou een vrijstelling moeten gelden op een bepaald bedrag en niet op één product. Dan heeft iedereen de vrijheid te kiezen wat het beste bij hem past. En dat hoeft de overheid niets te kosten.”

De Callataÿ gelooft niet dat de fiscale vrijstelling een grote rol speelt in de aversie voor de beurs bij veel spaarders. “Door de lage rente verdien je niets op je spaargeld. Als je ‘niets’ vrijstelt, blijft het niets. Veel mensen zijn gewoon echt overtuigd: de beurs is niet voor mij.”

De fiscale regelgeving in ons land blijft hoe dan ook een open discussie. Binnen de federale meerderheid is er grote onenigheid over de invoering van een meerwaardebelasting. Ook de discussie over een vermogens- of een vermogenswinstbelasting blijft geregeld opduiken. “Die onduidelijkheid over het fiscale kader veroorzaakt onzekerheid en houdt mensen weg van de beurs”, zegt Sterckx.

Zelf hoopt Sterckx stiekem op de invoering van een nieuwe wet-Cooreman-De Clercq, het fiscale gunstregime dat de beurs in de jaren tachtig aantrekkelijk wist te maken bij de sparende Belg. “Al zou de gelijke fiscale behandeling van beleggen en sparen op zich al veel zijn.” Etienne de Callataÿ is niet gewonnen voor fiscale stimulansen om mensen naar de beurs te lokken. “Een nieuwe wet-Cooreman-De Clercq is vooral in het voordeel van beleggers die toch al op de beurs zitten. Maar die hebben al een voordeel, want aandelen hebben het de voorbij decennia goed gedaan.”

Buurman

Kan de spaarder nu nog instappen, of komt hij hopeloos te laat? Bij de bakker gaan de gesprekken nog altijd over het weer, de files of de jongste veldrit, en niet over de beurs. Dat is een gezond teken. Iedere belegger met wat jaren op de teller weet dat hij zich pas echt zorgen moet maken als zijn buurman naar zijn favoriete aandelen begint te vragen. Louter op basis van die vinger aan de pols zou je kunnen zeggen dat er nog lang geen euforie is op de beurzen.

Wie naar de beursprestaties van de afgelopen jaren kijkt, krijgt toch aardig wat hoogtevrees. Je hoeft dan ook geen doorgewinterd econoom of financieel analist te zijn om te zien dat de aandelenrally vergevorderd is. “Wie altijd al in een spaarproduct zat, moet nu niet met al zijn geld naar de beurs lopen”, zegt Sterckx. Vooral de waarderingen op Wall Street doen vragen rijzen (zie kader Europa is interessanter dan Wall Street).

Wie wil beleggen, moet zijn risico’s spreiden. Naar de beurs stappen gebeurt het beste ook gespreid in de tijd. Soms stap je op het juiste moment in, soms niet. De markt timen is een aartsmoeilijke oefening. “Aandelen zijn duidelijk duurder dan een aantal jaren geleden, maar op lange termijn blijven ze aan te bevelen”, meent De Callataÿ. “Zolang je niet verplicht bent op een bepaald moment te verkopen, hoeft een correctie geen probleem te zijn.”

“Beleggen is al lang niet meer een hobby voor de rijken”, besluit Sterckx. “Beleggen is een strategie om voor wat extra pensioen te sparen, zodat je je levensstandaard kunt behouden. Dat besef moet nog meer doordringen. Mensen die het zich kunnen permitteren om elke maand iets opzij te zetten, moeten beleggen. Gezien lage rente, doe je dat best op de beurs. Het is simpelweg een economische noodzaak.”

Europa is interessanter dan Wall Street

Ruim de helft van de marktspecialisten is positief over aandelen, blijkt uit cijfers van Bloomberg. Dat is het hoogste peil sinds 2010. Ook KBC Asset Management heeft zijn aandelenposities onlangs uitgebouwd. Strateeg Tom Mermuys: “De beurzen zijn niet goedkoop meer. Als er iets fout loopt, kan er dus snel een correctie zijn. Er zijn nogal wat risico’s: in belangrijke Europese landen vinden verkiezingen plaats, China is ook altijd goed voor wat onrust, en met de Amerikaanse president Donald Trump zullen we moeten leren leven. Maar uiteindelijk is de economie de belangrijkste factor.”

Die economie oogt vrij stevig. De jongste data geven aan dat de groei aantrekt. “De vertrouwensindicatoren zaten al wat langer in de lift”, zegt Mermuys. “Nu zien we ook de vertaling daarvan in harde cijfers zoals de consumptie, de industriële productie en de lonen. Vooral in de Verenigde Staten, maar ook in de eurozone.”

De jongste weken zien we steeds meer buy Europe-adviezen opduiken. De belangrijkste reden is het prijsverschil: in Europa zitten de graadmeters nog vaak onder het peil van voor de crisis en onder het historische gemiddelde. Op Wall Street daarentegen rijgen de indexen de records aan elkaar. “In de Verenigde Staten zijn ook de winstmarges historisch hoog. In dat licht zijn de beursrecords niet zo verrassend”, vindt Mermuys.

Negen jaar na de financiële crisis staat de Amerikaanse economie duidelijk een stuk verder in haar cyclus. In Europa lijkt het herstel nu pas vaart te winnen. Veel strategen voeren daarom aan dat het potentieel op het oude continent veel groter is. Ze denken dat de Europese beurzen nog een inhaalbeweging kunnen maken, terwijl de ruimte voor ontgoochelingen op Wall Street veel groter is door de torenhoge verwachtingen over de lastenverlagingen en de deregulering die president Donald Trump heeft beloofd.

Mermuys ziet nog een aantal redenen om voor Europa te kiezen. “De Europese Centrale Bank voert nog altijd een soepel beleid, bedrijven profiteren van de goedkope euro en de beurzen zijn typisch wat meer cyclisch.” De banken blijven wel een reden tot ongerustheid, vooral in Italië. Maar het grootste risico zijn de vele verkiezingen en de opkomst van het populisme. “Gelukkig gaat het economisch vrij goed. Dan zijn mensen geneigd minder extreem te stemmen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content