Maakt het Zomerakkoord beleggingsverzekeringen interessanter?

© iStock
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

We geven u deze week elke dag een tip om het maximum te halen uit uw spaargeld, rekening houdend met de nieuwe belastingen en belastingvoordelen die de regering heeft aangekondigd. Vandaag: zijn beleggingsverzekeringen interessanter dan beleggingsfondsen?

Fiscaal advocaat Anton Van Zantbeek (Rivus) vindt dat beleggen in fondsen fiscaal weer wat aantrekkelijker wordt, omdat in het zomerakkoord een nieuwe verhoging van de beurstaks bij elke aan- en verkoop van aandelen en obligaties vervat zit. Enkel particuliere beleggers betalen de taks op beursverrichtingen.

“Voor elke transactie die een individuele belegger doet in aandelen, betaalt hij veel belasting. Fondsen die aandelen kopen en verkopen, betalen geen beurstaksen. Maar je moet natuurlijk bereid zijn het beheer van je aandelenportefeuille uit handen te geven”, merkt Van Zantbeek op.

Voor obligatiefondsen en fondsen die zowel in aandelen als in obligaties beleggen, is het plaatje minder duidelijk. Er komt weer een uitbreiding van de zogenoemde Reynders-taks, een belasting van 30 procent op de meerwaarde bij de verkoop van deelbewijzen van gemengde en obligatiefondsen. Tot nu toe waren enkel fondsen die meer dan 25 procent van de middelen in obligaties investeerden, onderworpen aan die belasting. Voortaan zou het volstaan dat de fondsbeheerder één obligatie in de portefeuille opneemt. Op de meerwaarde die een belegger haalt wanneer hij zelf obligaties koopt en verkoopt, is die belasting niet verschuldigd.

De Reynders-taks is voor veel beleggers een onaangename verrassing. Wie tien jaar geleden investeerde in een fonds, betaalde die belasting nog niet. De afgelopen tien jaar is het tarief verscheidene keren verhoogd en uitgebreid naar verscheidene types fondsen. Als u via een tak23-levensverzekering investeert in obligatiefondsen, betaalt u de Reynders-taks niet. “Bij beleggingsverzekeringen is het duidelijk: je betaalt 2 procent premiebelasting op elke storting en daarna betaal je geen belasting meer”, zegt Frank Peeraer, de CEO van Fortuna Financial Group. “Als de verzekeraar niet te veel instap- en beheerskosten aanrekent, kun je die premieheffing in twee jaar terugverdienen.” U moet dan wel goed op de kosten en het verschil in rendement letten, want in een vergelijking tussen een verzekeringsproduct en het onderliggende fonds die Trends op 27 november vorig jaar maakte, werd de achterstand die de premietaks veroorzaakte, niet zo snel goedgemaakt.

“Als je bovendien wilt switchen tussen een veeleer defensief fonds zoals Carmignac Patrimoine naar een offensief fonds zoals R Valor, vermijd je met de verzekeringsstructuur beursbelasting”, voegt Peeraer eraan toe. Hij vindt dan ook dat dynamische fondsenbeleggers die regelmatig van het ene naar het andere fonds overstappen, het beste kiezen voor een beleggingsverzekering. Merk wel op dat er een plafond van 4000 euro beursbelasting per fondsentransactie is. Op een investering van 500.000 euro moet u minstens drie keer de deelbewijzen van uw fonds verkopen, voordat u de premieheffing van 10.000 euro hebt terugverdiend. Op een investering van 1 miljoen euro worden dat vijf transacties in fondsen. “Wie een aandelenfonds voor het leven wil bijhouden, is beter af met het bancaire fonds”, geeft Peeraer toe.

Het belangrijkste argument pro levensverzekeringen na het zomerakkoord is wellicht dat ze niet onderworpen zijn aan de heffing op effectenrekeningen. Deelbewijzen van beleggingsfondsen staan op een effectenrekening. Als u geld stort in een beleggingsverzekering, komt daarvan geen spoor op een effectenrekening terecht.

Verdubbeling beurstaks sinds 2011

De belasting op aan- en verkopen van aandelen wordt binnenkort voor de vierde keer sinds 2011 opgetrokken. Het nieuwe tarief van 0,35 procent is dubbel zo hoog als de 0,17 procent die beleggers in 2011 betaalden op aandelentransacties. De maximale beurstaks per aandelentransactie verdubbelde al ruimschoots over de voorbije zes jaar en bedraagt nu 1600 euro. Om aan dat plafond te geraken, moet u voor meer dan 457.143 euro aandelentransacties doen. Voor obligaties wil de regering het tarief optrekken van 0,09 naar 0,12 procent, met een maximum van 1300 euro. In 2011 was dat tarief voor obligaties nog 0,07 procent.

Ook de deelbewijzen van fondsen die hun inkomsten herinvesteren, zijn onderworpen aan de beurstaks. Wanneer u uw geld terugvraagt uit zo’n kapitalisatiefonds, betaalt u daar 1,32 procent op, met een maximum van 4000 euro. In 2011 roomde de schatkist maar 0,5 procent van de verkochte fondsendeelbewijzen af, met een maximum van 1500 euro.

Morgen: Hou de spaarrente in het oog

Partner Content