Paul Lee

Lessen uit de bankencrisis: ‘Ook de stem van de aandeelhouder moet worden gehoord’

Paul Lee hoofd corporate governance bij de vermogensbeheerder Aberdeen Asset Management

Deze zomer is het 10 jaar geleden dat de financiële crisis uitbarstte. Een decennium later zijn banken zo druk bezig met het voldoen aan allerlei regels van de toezichthouders dat ze de belangen van de aandeelhouders uit het oog dreigen te verliezen. Paul Lee, hoofd corporate governance bij de vermogensbeheerder Aberdeen Asset Management, vindt dat de stem van de aandeelhouders ook gehoord mag worden.

Het is deze zomer precies tien jaar geleden dat de wereldwijde financiële crisis de kop opstak. De lucht stroomde uit de Amerikaanse huizenmarkt en de banken. Hypotheekverstrekkers en tussenpersonen kregen een enorme klap. Eén van de grootste verstrekkers van rommelhypotheken, New Century Financial, moest het faillissement aanvragen. Bear Stearns maakte slagzij door de implosie van twee van zijn subprime-hedge fondsen. En opeens bleek het overal ter wereld dweilen met de kraan open.

Als reactie op de crisis werd in hoog tempo de bankencode herschreven. Dit was nodig en heeft op zich niet verkeerd uitgepakt. De banken zijn nu veel beter opgewassen tegen een grootschalige kapitaalvlucht en de belastingbetaler is beter beschermd tegen instabiliteit. De toezichthouders hebben bovendien een broodnodige cultuurverandering teweeggebracht. Voor de crisis bestond de wereldwijde bankentop immers uit ultieme risiconemers. Zo beweerde Dick Fuld, topman van Lehman Brothers, dat hij niet meer dan een product was van de heersende cultuur binnen het bankwezen. Vandaag heeft het verantwoordelijkheidsbesef zijn intrede gedaan in de bancaire cultuur.

Gemeenschappelijk belang

Toezichthouders en aandeelhouders van banken hebben dan ook in grote lijnen dezelfde belangen. Iedereen is erbij gebaat dat een financiële crisis wordt voorkomen. Dat aandeelhouders in de aanloop van de crisis niet altijd hun eigen langetermijnbelang dienden, is wel gebleken. Maar wat nu goed is voor de toezichthouders – altijd en koste wat kost de risico’s tot een minimum bepreken – is niet altijd goed voor de aandeelhouders. En die laatste groep dreigt vandaag een roepende in de woestijn te worden.

Voor alle duidelijkheid: dit is geen pleidooi voor minder regelgeving. Maar regelgeving moet wel te rechtvaardigen zijn. De verantwoording die banken moeten afleggen aan de waakhonden bestaat uit enorme stromen gegevens en berekeningen. Het doorpluizen van al die data is een monnikenwerk, en het is onduidelijk wie zich ermee bezighoudt om dit allemaal te doorploegen. Het feit dat de gegevens openbaar zijn, is geen garantie dat er iemand ook daadwerkelijk naar kijkt.

Lessen uit de bankencrisis: ‘Ook de stem van de aandeelhouder moet worden gehoord’

Bovendien is alleen al de omvang van de verplicht vrijgegeven info zo groot dat het steeds moeilijker wordt om problemen aan het licht te brengen. Terwijl ze in theorie juist beter zichtbaar zouden moeten zijn. Vergelijk het met een razendsnel aangroeiende bibliotheek waarin het steeds moeilijker wordt om vast te stellen welk boek er nu precies op de verkeerde plaats staat.

Daarbij komt nog dat toezichthouders vandaag meer in de pap te brokken hebben bij een bank dan de aandeelhouders. En opnieuw is dat voor een deel terecht. Banken moeten immers verder kijken dan alleen maar het plezieren van de aandeelhouders. Alleen lijkt het overwicht van de toezichthouder vandaag zo groot dat de andere stakeholders quasi buitenspel gezet worden.

Want de stem van de toezichthouders klinkt niet alleen in de bestuurskamers. Toezichthouders zijn ook meer en meer fysiek aanwezig op de werkvloer om toe te zien hoe de regels worden nageleefd. Ze zijn in actieve dialoog op alle niveaus van de organisatie, zeker met alle werknemers die nu persoonlijk aansprakelijk zijn. De stem van de aandeelhouders verzinkt daarbij in het niets. Toch moeten investeerders in banken ook de kans krijgen om een dialoog met het management aan te gaan, bijvoorbeeld om te pleiten voor een koerswijziging in het belang van hun klanten.

Aandeelhouders

Regels hebben over het algemeen veel ongewenste neveneffecten. Dat komt omdat regelgeving per definitie nogal star en statisch is: iets mag wel of mag niet. De dialoog die aandeelhouders voeren met de banken is daarentegen juist afgestemd op immer veranderende omstandigheden, en vooral op de bank in kwestie. Waar de regelgever geen enkel onderscheid maakt tussen individuele instellingen, zullen de aandeelhouders van iedere bank afzonderlijk juist andere accenten leggen in wat ze precies van de instelling en haar management verwachten. Juist daarom mag hun stem niet naar de achtergrond verdwijnen.

Laat ons duidelijk zijn: de banken staan er vandaag een stuk beter voor dan 10 jaar geleden. Maar het is even duidelijk dat de crisis het gevolg was van een collectief falen. Zowel de banken als de investeerders, toezichthouders en centrale banken gingen in de fout. Investeerders hebben net als regelgevers belangrijke lessen getrokken. Eén daarvan is dat geen enkele partij een onevenredig grote stempel mag drukken op de manier waarop banken worden geleid. Alleen al daarom moet de stem van de aandeelhouder ook gehoord worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content