Fondsen die inzetten op duurzaamheid zijn in opmars

© Petmal (iStock)

Terwijl Febelfin werkt aan een duurzaamheidslabel voor fondsen, maken de meeste vermogensbeheerders al gebruik van duurzame niet-financiële criteria om hun portefeuilles te beheren.

Fondsen die inzetten op duurzaamheid zijn heel populair. Dat heeft Febelfin ertoe aangezet een kwaliteitslabel voor duurzame fondsen in het leven te roepen. Alle Europese vermogensbeheerders doen mee met die trend, waaronder Kempen Capital Management en SYZ Asset Management.

“Volgens een studie van McKinsey laat de overgrote meerderheid van de financiële directeurs liever een kans op waardecreatie voor de lange termijn schieten dan dat ze riskeren onder de kwartaalverwachtingen van de consensus te blijven. Wij daarentegen beleggen om op lange termijn een duurzame maatschappij door te geven aan de toekomstige generaties”, zegt Richard Klijnstra, de hoofdbeheerder van een duurzaam fonds bij Kempen. “Onze strategie stoelt op een heel lage rotatie tussen 10 en 20 procent van de activa op jaarbasis, een hoge active share (de mate waarin een fonds afwijkt van de referentie-index, nvdr), een geconcentreerde portefeuille en het engagement van het management van de groepen waarin we beleggen.”

‘Wij beleggen om op lange termijn een duurzame maatschappij door te geven aan de toekomstige generaties’

In zijn duurzame fondsen richt Klijnstra zich op innoverende bedrijven die beschikken over een sterk merk dat op lange termijn een mooie groei kan neerzetten. “Wij zijn bereid een eerlijke prijs te betalen voor een bedrijf waarvan de waarde sterk zal toenemen in de toekomst.” De beheerders gebruiken de ESG-factoren (milieu, maatschappij, goed bestuur) om de bedrijven met de beste scores te selecteren. “Verscheidene studies hebben aangetoond dat het gebruik van die factoren het mogelijk maakt de volatiliteit van de portefeuille te verminderen en de baisseperiodes te beperken, met een neutrale tot licht positieve impact op de prestaties van het fonds.”

CO2-uitstoot

Roberto Magnatantini, die bij de Zwitserse beheerder SYZ verantwoordelijk is voor het wereldwijde aandelenbeheer, zegt dat het veel makkelijker is geworden de ESG-criteria te integreren in het beheer van de portefeuilles. “Bedrijven zijn daar ook veel gevoeliger voor om imagoredenen, terwijl overheden steeds strengere regelgevingen opleggen, bijvoorbeeld voor de CO2-uitstoot. Dat heeft ons ertoe aangezet die criteria te integreren in het beheer van ons wereldwijde fonds, om de risico’s te beperken.”

Die criteria zijn nog geen verplichting, maar toch wijst Magnatantini erop dat het vermogensbeheer duidelijk meer inzet op duurzaamheid. “Meer dan de helft van de activa van SYZ wordt beheerd met respect voor die criteria. Dat percentage zal de komende jaren alleen maar stijgen.”

Objectieve parameter

Het duurzame fonds van Kempen belegt relatief weinig in de financiële sector, nutsbedrijven, olieproducenten en vastgoed. In plaats daarvan verkiest Klijnstra de technologiesector, de gezondheidszorg en bedrijven die actief zijn in de consumptiesector. “Door te focussen op bedrijven met de beste ESG-scores krijgen we een portefeuille met een lage koolstofintensiteit, die ver onder die van onze referentie-index ligt. In ons beleggingsproces hechten we het grootste belang aan de sectorkeuze en geven we de voorkeur aan een kwaliteitsbedrijf boven een aantrekkelijk gewaardeerd bedrijf.”

‘De koolstofuitstoot is de meest objectieve parameter, die bij de analyse van de duurzaamheid van een bedrijf het beste een financiële balans of een resultatenrekening benadert’

Ook Magnanantini zegt dat hij een portefeuille met een lagere koolstofuitstoot wil samenstellen dan zijn referentie-index. “Wij hanteren daarvoor een uitgebreide definitie. We kijken niet alleen naar wat het bedrijf verbruikt om de goederen te produceren – veel beheerders doen dat en dat is gemakkelijk te berekenen – we gaan ook na wat de hele productieketen verbruikt.”

Magnanantini geeft het voorbeeld van een smartphoneproducent die uitsluitend onderdelen assembleert die geproduceerd zijn over de hele wereld. Dat bedrijf zal wel over een zeer goede koolstofbalans beschikken als het wordt geanalyseerd los van de logistieke keten. Maar als naar de hele economische activiteit wordt gekeken, is de balans heel wat minder flatterend. “De koolstofuitstoot is de meest objectieve parameter, die bij de analyse van de duurzaamheid van een bedrijf het beste een financiële balans of een resultatenrekening benadert”, aldus Magnanantini.

Een nieuw duurzaamheidslabel

Terwijl al jaren wordt gepleit voor een duidelijkere definitie van wat een duurzaam of maatschappelijk verantwoord financieel product is, heeft Febelfin aangekondigd dat het tegen 2019 een nieuw duurzaamheidslabel lanceert. Dat zal beheerders verplichten zich netjes te gedragen als ze hun fonds nog als duurzaam willen laten doorgaan.

Een duurzaam beleggingsfonds moet dan een negatieve screening uitvoeren en actief bedrijven uitsluiten die indruisen tegen de principes van het Global Compact van de Verenigde Naties (mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu, corruptie) of die wapens, tabak, steenkool of niet-conventionele olie en gas (zoals schaliegas) produceren. Bovendien krijgen fondsen die ook de conventionele olie- en gasindustrie uitsluiten het extra label ‘fossielvrij’. Voor duurzame fondsen die investeren in traditionele olie- en gasproducenten worden een engagement en een actief aandeelhouderschap verplicht om het label te kunnen behouden.

Duurzame fondsen moeten actief ESG-factoren integreren in hun aandelenselectie en een of meer extra beleggingsstrategieën doorvoeren, zoals een positieve screening (alleen kiezen voor de beste bedrijven op basis van ESG-scores).

Elk fonds moet ook transparant zijn. Het moet beleggers informeren over de standpunten van de beheerders over zaken zoals inbreuken op de arbeidsrechten en kernenergie. Die informatie wordt verzameld op een speciale website. Bovendien richt de regulator van de financiële sector (in samenwerking met BEAMA) een certificeringsagentschap op dat controleert of het beheer voldoet aan de eisen van het duurzaamheidslabel.

Het label moet elk jaar worden vernieuwd. Een onafhankelijke derde partij, zoals een externe auditeur, controleert of de fondsen stroken met het duurzaamheidsbeleid en de eisen van het label.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content