Experts vermogensbeheer: ‘Je kunt nu voor een habbekrats wereldwijd gespreid beleggen’

JAN LONGEVAL EN JAN DE BONDT "Verzekeraars zijn sterk opgeschoven richting meer risicovolle obligaties." © fotografie Franky Verdickt
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

2018 belooft een scharnierjaar te worden voor vermogensbeheerders. Voor de beleggers zijn het gouden tijden. “Als de rente stijgt, gaat dat een aantal zaken op scherp zetten.”

Stijgende rentevoeten, druk op de kosten, strengere regels om de consument te beschermen: de vermogensbeheerders staan voor gigantische uitdagingen. We praten erover met twee rotten in het vak: Jan Longeval, ex-Degroof Petercam, en Jan De Bondt, ex-Société Générale. Longeval werkte bijna zijn hele loopbaan aan de buy side, ten dienste van grote beleggers zoals pensioenfondsen. De Bondt bouwde een carrière uit aan de sell side als obligatiehandelaar. Vandaag geven ze allebei les over vermogensbeheer aan Vlerick Business School.

Zolang de rente daalde, was het voor vermogensbeheerders gemakkelijk om met obligaties geld te verdienen voor hun klanten. Wat gaat er veranderen, nu de rente stijgt en de obligatiekoersen omgekeerd dalen?

JAN LONGEVAL: “Als de rente stijgt, gaat dat een aantal zaken op scherp zetten.”

JAN DE BONDT: “Er is heel veel geld naar obligaties gestroomd. Een rentestijging kan een schok teweegbrengen bij beleggers die dachten dat ze een veilige belegging gedaan hadden. Het zou kunnen dat beleggers in zo’n scenario massaal hun geld terugtrekken. Niet iedereen is daarop voorbereid.”

LONGEVAL: “We moeten het gevaar van die stijgende rente toch nuanceren. In de Verenigde Staten is de tienjaarsrente gestegen tot 3 procent, maar in Europa zal het zo’n vaart niet lopen. Voor vermogensbeheerders is een stijgende rente overigens iets dubbels. Veel beleggers dromen van een hogere rente en van zogenaamd normale rendementen op hun obligatieportefeuille. Alleen kan de weg naar die hogere rente wel wat pijn doen.”

‘We zien de gekke situatie dat de vermogensbeheerder meer verdient aan een obligatiefonds dan de klant’ – Jan Longeval

Door nieuwe Europese regels gaan de beleggers een beter zicht krijgen op de kosten die de beheerders aanrekenen. Zullen beleggers die kosten nog willen betalen?

LONGEVAL: “Gemiddeld betalen beleggers 0,7 procent kosten voor een obligatiefonds. Als je ervan uitgaat dat een fondsbeheerder nog een rendement van 1,5 procent haalt met obligaties in euro, dan weet je dat er na aftrek van kosten en de roerende voorheffing nog amper 0,5 procent overschiet. We zien dus de gekke situatie dat de vermogensbeheerder meer verdient aan een obligatiefonds dan de klant. Het is duidelijk dat de kosten niet zijn aangepast aan de lagere rente. Met de kostentransparantie die de Europese MiFID II-regels vanaf dit jaar opleggen, verwacht ik dat er toch een aantal pittige discussies worden gevoerd tussen klant en beheerder.

DE BONDT: “We zijn van een risk free return op overheidsobligaties geëvolueerd naar een return free risk. En als de rente langzaam oploopt, zullen beleggers om de drie maanden een overzicht van hun portefeuille krijgen, waarin staat dat de waarde van hun obligatiefonds is gedaald.”

Welke reactie verwachten jullie van de Belg als de rente stijgt?

DE BONDT: “Er staat nog 260 miljard euro op spaarboekjes. De Belgen hebben nog wel wat reserves die ze kunnen beleggen.”

LONGEVAL: “De beste bescherming tegen een stijgende rente zijn aandelen. Ik ben een aandelenfanaat. Europese aandelen noteren vandaag tegen ongeveer 13 keer de winst. Dat is goed voor een verwacht rendement van 6 à 7 procent.”

Vroeger keken vermogensbeheerders minder om naar de obligaties in hun portefeuille dan naar de aandelen. Moeten zij hun obligatieportefeuille veel actiever beheren?

LONGEVAL: “Vroeger kon je bij wijze van spreken je geld parkeren in Europees overheidspapier. Vandaag moet je als beheerder wereldwijd op zoek gaan naar kansen op de obligatiemarkten.”

‘Er zijn maar een paar zaken die je kunt doen als obligatiebelegger, en het betekent altijd meer risico nemen’ – Jan De Bondt

DE BONDT: “Er zijn maar een paar zaken die je kunt doen als obligatiebelegger, en het betekent altijd meer risico nemen. Ofwel neem je meer kredietrisico, door obligaties te kopen van emittenten waarvan je minder zeker bent dat ze hun schulden kunnen terugbetalen. Ofwel neem je meer muntrisico, door obligaties in een andere munt te kopen. Ofwel ga je voor een langere looptijd, met het risico dat het uiteindelijke rendement over de looptijd de inflatie niet zal dekken. De mogelijkheden zijn niet oneindig.”

Beleggers zijn bijvoorbeeld massaal op de trein van de hoogrentende obligaties gesprongen. Zijn ze roekeloos geworden?

DE BONDT: “Bij de Europese verzekeraars is het gewicht van bedrijfsobligaties met een aanvaardbare kredietscore van BBB gestegen van 6 naar 22 procent tussen 2006 en 2016. In het verleden was die portefeuille geparkeerd in overheidspapier: Duitse bunds en Belgische OLO’s. Die verzekeraars zijn sterk opgeschoven richting meer risicovolle obligaties.”

LONGEVAL: “Je moet het rendement in alle uithoeken van de financiële markten gaan zoeken. Vandaar dat het risicobeheer zo belangrijk is geworden, zeker aan de kant van de obligaties en alternatieve beleggingen. Ik maak mij niet zo veel zorgen over de professionals die een goede omkadering hebben. Maar ook de particuliere belegger is op de trein van de hoogrentende obligaties gesprongen via ETF’s (exchange trade funds of trackers, nvdr). Dat is een heel ander verhaal. De begrippen ‘hoogrentende obligaties’ of ‘highyieldobligaties’ zijn marketingtermen. In de context van vandaag worden ze beter bij hun oorspronkelijke naam genoemd: rommelobligaties. Het risico bestaat dat die beleggers hun trackers dumpen bij het eerste signaal dat het misloopt, waardoor er een liquiditeitscrisis ontstaat, met grote verliezen tot gevolg.”

Gaat het mislopen met die weinig liquide beleggingsproducten? Zit daar de kiem voor de volgende crisis?

LONGEVAL: “Een van de neveneffecten van de strengere regulering is dat de banken hun activiteiten als marktmaker hebben afgebouwd. Er is op de markt minder liquiditeit van bijvoorbeeld bedrijfsobligaties om schokken op te vangen en er zit tegelijk meer naïef geld in de markt via trackers.”

Een recept voor een financiële ramp?

LONGEVAL: “Eigenlijk wel. Als er een schok komt, gaan die factoren de schokgolf versterken. Dat zal problemen geven.”

‘Verzekeraars zijn sterk opgeschoven richting meer risicovolle obligaties’ – Jan De Bondt

De concurrentie van trackers is nog een belangrijke uitdaging voor de klassieke vermogensbeheerders.

LONGEVAL: “De kosten voor sommige ETF’s gaan richting 0 procent. Ik denk dat beleggers met een deel van hun vermogen bij hun private bankier gaan blijven, omdat ze ook behoefte hebben aan vermogensplanning, fiscaal advies, successieplanning, hulp bij de aanleg van een kunstcollectie en persoonlijk contact. Maar daarnaast zullen ze ook een stuk van hun vermogen onderbrengen bij een roboadviseur of het zelf beheren met ETF’s. Die zijn toch het nieuwe ijkpunt voor de tarieven. Als vermogensbeheerder zul je goed moeten kunnen uitleggen welke toegevoegde waarde je hogere tarieven rechtvaardigen.”

Door de strengere Europese regelgeving kun je de klanten niet zomaar meer opbellen met de boodschap dat je een interessante belegging hebt gevonden. Het wordt weer allemaal veel formeler en trager, wat het ook moeilijk maakt om nog snel op kansen in te spelen.

LONGEVAL: “Adviserend beheer is volgens mij geen mooie toekomst beschoren onder Mifid II. De procedures zijn zwaar. Het kan best zijn dat sommige beleggers daardoor afhaken en hun eigen ding doen via een onlinemakelaar. Adviserend beheer wordt bemoeilijkt, misschien wel met nobele bedoelingen, maar de klant kan het weleens beu worden telkens weer door die administratieve mallemolen te moeten.”

Hoe kunnen vermogensbeheerders nog het verschil maken: met duurzaamheid of met actief aandeelhouderschap?

LONGEVAL: “Elke vermogensbeheerder is tegenwoordig op de een of andere manier bezig met ESG-principes (milieu, maatschappij en goed bestuur, nvdr). Het is een containerbegrip geworden, want er bestaan wel duizenden manieren om die ESG-principes toe te passen op een portefeuille.”

DE BONDT: “Sommige spelers gaan daar heel ver in. In Nederland zijn ze daar al veel meer mee bezig. Vooral grote institutionele investeerders, maar we zien dat particuliere beleggers volgen.”

Hoe speelt duurzaamheid voor obligatiebeleggers of obligatiebeheerders?

DE BONDT: “Bedrijven krijgen scores voor duurzaamheid. Als het bedrijf niet meer voldoet aan alle criteria, worden de obligaties gewoon verkocht. Je kunt als obligatiehouder natuurlijk niet meestemmen op de algemene vergadering.”

LONGEVAL: “ESG is heel relevant voor obligatiebeleggers. Als je heel pragmatisch naar ESG kijkt, dan gaat dat vooral over het beperken van risico’s. Een onderneming met een slecht bestuur is een risico, een bedrijf dat slecht omspringt met milieu eveneens. Een bedrijf dat in Bangladesh kleren laten maken in erbarmelijke omstandigheden riskeert zware reputatieschade. Je kunt allerlei bedenkingen hebben bij ESG, maar het is op zijn minst een instrument om risico’s beter naar boven te brengen.”

Door de lage kosten liggen de instapdrempels voor onlinevermogensbeheer een pak lager dan bij het klassieke vermogensbeheer. Moet vermogensbeheer voor iedereen toegankelijk zijn?

LONGEVAL: “Je moet niet rond de hete brij heen fietsen. Vermogensbeheer moet er zijn voor iedereen, private banking niet. Tegenover de diensten van private banking staan bepaalde kosten en er is een bepaald vermogen nodig om die kosten te rechtvaardigen. Het is natuurlijk wel een fantastische evolutie. Vandaag kun je als particulier wereldwijd gespreid beleggen via ETF’s, die je op elk moment kun kopen of verkopen voor een habbekrats. Het blijft niettemin moeilijk mensen de weg naar de beurs te doen vinden. De helft van de Belgische gezinnen heeft een beperkt beschikbaar financieel vermogen van ongeveer 20.000 euro. Dan is het natuurlijk moeilijk ze te overtuigen daarmee naar de beurs te gaan.”

DE BONDT: “Het is logisch dat het moeilijker is als je jong bent en je een huis aan het afbetalen bent, met kinderen. Maar nu kun je dus 100 euro per maand in een fonds steken. Je kan dus gediversifieerd beleggen met kleine bedragen.”

‘De consolidatie gaat voort’

Het landschap van het vermogensbeheer verandert in sneltreinvaart. In ons land was er de fusie van Bank Degroof en Petercam. Internationaal stapten giganten met elkaar in het huwelijksbootje, zoals Standard Life met Aberdeen en Henderson met Janus Capital.

Longeval: “Die evolutie zal doorzetten. Net zoals in de technologiesector gaan de grootsten met de meeste groei lopen. De wet van de zwaartekracht die stelt dat de aantrekkingskracht van een voorwerp evenredig is met zijn massa, speelt meer dan ooit in het vermogensbeheer. De top tien van de grootste vermogensbeheerders beheert meer dan 30.000 miljard dollar. In 2017 stroomde er gemiddeld elke dag netto 1 miljard dollar nieuw vermogen binnen bij Vanguard en Blackrock. Daarnaast is er plaats voor lokale giganten, die in eigen land of regio heel sterk staan en op hun thuismarkt nog kunnen groeien. Strategisch zijn er drie opties: ofwel ben je een van die megabeheerders, ofwel een lokale gigant met een lokaal groeipotentieel, ofwel een specialist met een scherp afgelijnde toegevoegde waarde. Al wie daar ergens tussen hangt, heeft een probleem.”

De Bondt: “Vermogensbeheerders moeten terug naar een eenvoudig model. Het is niet houdbaar alles zelf te doen. De nieuwe regels verplichten om transparant te werken. Het is toch beter als je de klant kunt tonen dat je je IT ergens anders haalt tegen een goede prijs dan dat je je eigen systeem ontwikkelt dat dubbel zoveel kost? Alles zelf doen? De mensen hebben daar geen boodschap aan.”

Jan Longeval

· Onafhankelijk financieel expert

· Co-directeur van de opleiding vermogensbeheer aan de Vlerick Business School

· Voorzitter van de Pensioplus taskforce over ESG

· Co-CEO Institutional Asset Management bij Bank Degroof Petercam

Jan De Bondt

· Medeoprichter van de consultant voor de financiële sector Consortium Advisory Partners

· Co-directeur van de opleiding vermogensbeheer aan de Vlerick Business School

· Head of fixed income sales voor de Benelux bij Société Générale

· Senior fixed income sales bij Goldman Sachs, Merrill Lynch en Lehman Brothers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content