Jef Wellens

‘U krijgt al vijftien jaar te weinig nettoloon’

Jef Wellens Fiscalist bij Wolters Kluwer

Wat voor zin heeft het te pronken met een taxshift die een maandloon met 50 euro doet stijgen, als dat nog altijd 50 euro te weinig is? Dat zegt Jeff Wellens, fiscalist bij Wolters Kluwer.

In tijden van optimisme over stijgende koopkracht en hogere nettolonen is het gepast de ‘renteloze volkslening’ nog eens onder de aandacht te brengen. Die ‘tijdelijke maatregel’ viert zijn vijftienjarige jubileum. Al was het maar om de hoerastemming over de taxshift enigszins te nuanceren.

In 2001 besliste de federale regering, lang voor de taxshift, om de personenbelasting drastisch te verlagen. Zo verbreedde ze vanaf 2004 de inkomensschijf waarop 40 procent belasting verschuldigd is, en schakelde ze de belastingvrije som – het deel van het inkomen waarop we geen belasting betalen – voor getrouwde en wettelijk samenwonende partners gelijk met die voor alleenstaanden. Dat kwam erop neer dat de belastingvrije som fors werd verhoogd.

Zo’n hervorming kost geld, veel geld, en daarom besliste de regering de belastingverlaging niet meteen door te rekenen in de bedrijfsvoorheffing. Dat is het belastingvoorschot dat een werkgever verplicht moet inhouden op het loon dat hij uitkeert aan zijn werknemers. Het bedrag dat hij te veel inhoudt, wordt dan pas terugbetaald bij de eindafrekening op het aanslagbiljet, gemiddeld zo’n twee jaar later.

U krijgt al vijftien jaar te weinig nettoloon

Het was de bedoeling die onkiese praktijk hooguit enkele jaren vol te houden. De regering besefte maar al te goed hoe unfair het is het nettoloon van arbeiders, bedienden en ambtenaren meer af te romen dan wettelijk verantwoord is.

Enkele jaren voordien had het Grondwettelijk Hof duidelijk gesteld dat de bedrijfsvoorheffing zo nauw mogelijk moet aansluiten bij de uiteindelijk verschuldigde belasting.

Helaas is vorige maand voor de vijftiende keer op rij beslist voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing de oude, te dure belastingschaal en de te lage belastingvrijstelling te gebruiken. Ook voor de berekening van de nettolonen van 2018.

Zo betaalt u in werkelijkheid 45 procent belasting op uw jaarinkomen boven 22.290 euro, maar dat tarief wordt in de bedrijfsvoorheffing al toegepast vanaf 18.610 euro. En iedere echtgenoot en wettelijk samenwonende partner heeft een belastingvrije som van minstens 7430 euro, maar voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing wordt uitgegaan van een belastingvrije som van 6320 euro.

Daardoor komt de te veel ingehouden bedrijfsvoorheffing in 2018 uit op 1162 euro voor een getrouwd koppel met twee kinderen. Dat gezin ontvangt maandelijks 96 euro te weinig nettoloon. Bovendien neemt dat bedrag ieder jaar toe. In 2016 werd 1120 euro te veel ingehouden, en in 2014 was dat 1113 euro, of 93 euro per maand.

Recordhoogte

Zo bereikt het bedrag dat de fiscus aan de belastingbetaler moet terugbetalen omdat een vijftien jaar oude belastinghervorming nog altijd niet correct vertaald is naar de bedrijfsvoorheffing, een recordhoogte.

Ach, wat vandaag te veel wordt ingehouden, wordt morgen toch teruggestort, hoor je weleens zeggen. Dat klopt, maar die terugbetaling gebeurt wel renteloos.

In feite leent de overheid op basis van een tijdelijk bedoelde maatregel elk jaar structureel en gratis ongeveer 1,5 miljard euro bij haar burgers. Bereken daar maar eens het gecumuleerde intrestverlies gedurende vijftien jaar op.

En ja, het kon erger. Ere wie ere toekomt: de in 2015 goedgekeurde taxshift, die de personenbelasting opnieuw verlaagt met een aanpassing van de belastingschaal, wordt wél correct doorgerekend in de bedrijfsvoorheffing.

Maar wat voor zin heeft het te pronken met een taxshift die een maandloon met 50 euro doet stijgen, als dat nog altijd 50 euro te weinig is?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content