Een vroeger dan geplande indexering van de uitkeringen en de ambtenarenlonen dreigt de regering een pak geld te kosten. Daarom zoekt ze naar alternatieven.
De indexering van de lonen en de uitkeringen zorgde de afgelopen weken meermaals voor oproer in de politiek. Door de hoger dan verwachte inflatie zouden de ambtenarenlonen en de uitkeringen respectievelijk al in september en oktober 2017 te stijgen. Dat is veel vroeger dan verwacht. Dat vond ook N-VA. Daarom zou de partij volgens verscheidene media een voorstel gedaan hebben om een tweede indexsprong door te voeren. Al ontkennen de Vlaams-nationalisten met klem dat zij het voorstel hebben gelanceerd. Een nieuwe indexsprong lijkt hoe dan ook niet aan de orde. Onder meer de oppositiepartijen Groen en sp.a hebben dat idee al afgeschoten.
En ook vicepremier Kris Peeters (CD&V)heeft zich al uitgesproken tegen een indexsprong. “Er is al een eerste indexsprong geweest, waar we een inspanning hebben gevraagd van de mensen, om de loonlasten te verlagen en banen te creëren”, luidt zijn redering. Daarom gaat de regering, die tegen dinsdag een begrotingsvoorstel moet voorleggen, op zoek naar alternatieven.
Nieuw systeem
Volgens De Tijd bekijken de meerderheidspartijen de mogelijkheid om de indexoverschrijding niet te berekenen op basis van het gemiddelde indexcijfer van de jongste vier maanden, maar op basis van de jongste twaalf maanden. Op die manier zou de indexering minder gevoelig zijn aan plotse inflatie-opstoten. Door die nieuwe berekening zou de indexering op een later tijdstip plaatsvinden. Dat zou in 2017 een besparing van ruim 400 miljoen euro bruto opleveren.
Al is er ook een keerzijde aan medaille. Door een latere indexering loopt de overheid ook heel wat inkomsten mis. Zo zullen de ambtenaren minder sociale bijdragen betalen als hun loon niet stijgt. Daarenboven geldt zo’n aanpassing ook voor de werknemers, waardoor ook zij minder bijdragen aan de sociale zekerheid. Dinsdag geeft premier Charles Michel zijn state of the union. (NS)
