Kunt u een belasting op tweede verblijven in de kustgemeenten aanvechten?

APPARTEMENT AAN ZEE "De hoge belastingen dreigen de tweedeverblijvers weg te jagen." © IS

De kustgemeenten halen steeds meer inkomsten uit de belasting op tweede verblijven. Kunt u zich daar als eigenaar van een tweede verblijf tegen verzetten?

Uit een analyse van de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB Vlaanderen) blijkt dat de inkomsten van de belasting op tweede verblijven in de Vlaamse kustgemeenten sinds 2006 zijn gestegen van 35,4 miljoen naar 66,3 miljoen euro. Dat is bijna een verdubbeling in tien jaar. De kustgemeenten verantwoorden die heffing met het argument dat de eigenaars profiteren van gemeentevoorzieningen zoals de brandweer, de politie en de huisvuilophaling, terwijl ze niet bijdragen aan de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting zoals de vaste inwoners. Die belasting betalen ze in de gemeente waar ze hun hoofdverblijf hebben.

Er zijn 105.000 tweede verblijven aan de Belgische kust. Die dragen jaarlijks 1,1 miljard euro bij aan de locale economie. De kustgemeenten varen er dus wel bij als ze tweedeverblijvers aantrekken. Maar veel gemeenten trekken de fiscale tarieven op tweede verblijven jaar na jaar op. Voor de eigen inwoners is de aanvullende gemeentebelasting in de periode 2006-2015 gestegen met 16,5 procent, tegenover 87 procent voor de belastinginkomsten uit tweede verblijven. De hoge belastingen dreigen de tweedeverblijvers weg te jagen, stelt CIB Vlaanderen.

21 procent van de inkomsten van de kustgemeenten komt van de belasting op tweede verblijven, terwijl de aanvullende personenbelasting van de eigen inwoners 10 procent oplevert. Er zijn wel belangrijke verschillen tussen de kustgemeenten. De Panne, Knokke-Heist en Koksijde heffen geen aanvullende personenbelasting, waardoor ze een groter percentage van hun inkomsten moeten halen bij de tweedeverblijvers (tot 29 % in Koksijde). Nieuwpoort haalt 36 procent van zijn fiscale opbrengst uit de heffing op tweede verblijven. CIB Vlaanderen dringt aan op een gematigder fiscaal beleid, om de kust voldoende aantrekkelijk te houden.

Hogere belastingtarieven

Het maximumtarief dat gemeenten mogen heffen op tweedeverblijvers, is in 2011 opgetrokken van 650 naar 1000 euro per jaar. Oostende heeft zijn tarief onmiddellijk opgetrokken naar het nieuwe maximum, wat neerkwam op een verhoging met 54 procent. De meeste andere kustgemeenten hebben dat voorbeeld gevolgd. Met uitzondering van Middelkerke liggen hun tarieven boven de vorige grens van 650 euro (zie tabel). Blankenberge, Bredene, Knokke, Heist, Koksijde en Nieuwpoort verwachten in 2017 verdere automatische verhogingen.

Opmerkelijk is dat geen rekening wordt gehouden met de grootte en de waarde van het tweede verblijf. De eigenaars van een studio van 90.000 euro en van een penthouse van 750.000 euro dragen in Oostende evenveel af. Alleen in De Panne, Koksijde, Middelkerke en Nieuwpoort varieert het tarief naargelang van het woningtype of de oppervlakte van het tweede verblijf. Over het algemeen zijn de tarieven het redelijkst in Middelkerke en De Haan. Afhankelijk van het woningtype of de locatie betalen eigenaars daar 500 of 600 euro per jaar. Die gemeenten laten hun tarieven ook onveranderd, waardoor de tweedeverblijver meer rechtszekerheid heeft.

Kunt u een belasting op tweede verblijven in de kustgemeenten aanvechten?
© MoneyTalk

Rechtspraak

Enkele eigenaars zijn naar de rechter gestapt omdat ze vinden dat de belasting op tweede verblijven strijdig is met het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel. Zo werd Oostende in juni 2015 veroordeeld omdat de eigen inwoners slechts 6,5 procent aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting betalen, terwijl de eigenaars van tweede verblijven jaarlijks 1000 euro afdragen boven op de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing. Zo’n rechterlijke uitspraak geldt enkel voor de partij die de zaak aanhangig heeft gemaakt, maar het is wel een belangrijk precedent voor andere eigenaars van een tweede verblijf in dezelfde gemeente.

Het hoogste gerechtshof, het Hof van Cassatie, besliste in twee arresten van 3 september 2016 dat Koksijde ten onrechte een belasting op tweede verblijven heft. De gemeente verantwoordde die belasting met het argument dat de eigenaars van een tweede verblijf geen gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting betalen en toch meeprofiteren van de gemeentelijke nutsvoorzieningen. Volgens het Hof van Cassatie was dat discriminerend, omdat de vaste inwoners geen aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting betalen en nog meer genieten van de gemeentelijke nutsvoorzieningen.

De uitspraken van het Hof hebben een belangrijke precedentswaarde voor de andere kustgemeenten die geen aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting heffen en toch een belasting op tweede verblijven innen.

Een bezwaar indienen

Gaat u niet akkoord met de gemeentebelasting op uw tweede verblijf, dan moet u daartegen een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Hoe u dat moet doen, staat op het aanslagbiljet dat u van de gemeente ontvangt. Na de verzending ervan hebt u drie maanden tijd om een bezwaar in te dienen. In het bezwaarschrift moet u de juridische argumenten vermelden waarop u zich baseert om de belasting aan te vechten.

U kunt de belasting op tweede verblijven om verschillende redenen betwisten. In de eerste plaats moet u nagaan of de belasting een inbreuk is op het gelijkheidsprincipe. Dat kan het geval zijn als u zich gediscrimineerd voelt tegenover de eigen inwoners van de gemeente, omdat de aanvullende gemeentebelasting er lager is dan de belasting die u betaalt op uw tweede verblijf. Dat is zeker het geval in Knokke-Heist, Koksijde en De Panne.

Om vast te stellen of de gemeente zondigt tegen het gelijkheidsprincipe, moet u het gemeentelijke belastingreglement analyseren. Daarin vindt u de tarieven en het doel van de heffing. Wordt het onderscheid tussen inwoners en niet-inwoners er niet of te weinig verantwoord, dan kan dat een inbreuk op het gelijkheidsbeginsel zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval in Oostende en Koksijde, en u hebt daar meer kans om uw gelijk te halen. Een gemeente kan zijn belastingreglement wel altijd aanpassen en verfijnen.

Een andere reden om een bezwaarschrift in te dienen is dat de belasting onterecht wordt geheven. Om daarachter te komen, moet u in het gemeentelijke reglement nagaan wat onder een tweede verblijf wordt verstaan en of u onder de vrijstellingen valt. Zo is de belasting ten onrechte toegepast als u de woning of het appartement bewoont als hoofdverblijfplaats, of als u geen eigenaar meer was op 1 januari van het aanslagjaar.

Kijk in het gemeentelijke belastingreglement ook na of de gemeente een gedifferentieerd belastingtarief heeft. Zo hanteren Koksijde, De Panne, Middelkerke en Nieuwpoort een ander tarief naargelang van de oppervlakte van het tweede verblijf. De Haan en Nieuwpoort passen duurdere tarieven toe naarmate het tweede verblijf dicht bij de zee ligt.

Naar de rechter

Als de gemeente geen gevolg geeft aan uw bezwaar, kunt u in een volgende fase een advocaat in de arm nemen en naar de rechtbank gaan. Houd er rekening mee dat de kans op succes niet gegarandeerd is. Geeft de rechtbank u gelijk, dan is de aanslag nietig en krijgt u de belasting terugbetaald. U krijgt ook de kosten van de rechtspleging – de procedurekosten, dus niet het ereloon van de advocaat – terug.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content