Fiscaal voordeeltarief geldt niet voor inkomsten uit Airbnb

© reuters
Roel Van Espen medewerker Trends

Wanneer je deze zomer een kamer of je hele huis verhuurt via Airbnb, worden de inkomsten die je hiervoor ontvangt belast. Maar dat gebeurt niet tegen het gunsttarief van 10 procent.

De deeleconomie – waarbij particulieren diensten aanbieden via een onlineplatform – is al enkele jaren aan een forse opgang bezig. Mensen vervoeren via Uber, op kinderen passen via Bsit, eten aanbieden via FLAVR of klusjes uitvoeren via ListMinut zijn daar slechts enkele voorbeelden van. Maar ook een kamer of zelfs je hele woning verhuren is in principe een vorm van deeleconomie. Toch worden de inkomsten uit Airbnb niet belast tegen het speciale gunsttarief dat de fiscus voor die sector heeft uitgewerkt.

Inkomsten die je uit deeleconomie haalt, worden sinds 1 maart belast tegen 10 procent. Dat is veel interessanter dan het gangbare tarief van 33 procent voor diverse inkomsten. Het betrokken platform houdt die 10 procent meteen af aan de bron en stort dat bedrag door naar de fiscus. Dat percentage heeft betrekking op het brutobedrag: de vergoeding die je ontving, verhoogd met alle sommen die door de tussenkomst van het platform werden ingehouden, zoals commissies en toeristenbelasting.

Daarmee is de kous af: je hebt daarna geen verplichtingen meer voor de btw of de sociale zekerheid. Wel moet je de inkomsten nog altijd vermelden op je belastingaangifte, maar dat is louter informatief.

Twaalf platformen

Het voordeeltarief van 10 procent geldt enkel voor wie in 2017 via deeleconomie niet meer dan 5100 euro bruto per jaar verdient. Dat grensbedrag omvat dus naast de verdiensten ook commissies en andere inhoudingen. Je werkelijk ontvangen inkomsten kunnen dus lager liggen dan de maximumdrempel.

Zijn je inkomsten hoger dan 5100 euro, dan wordt het volledige bedrag – en dus niet alleen het gedeelte boven die limiet – belast als een beroepsinkomen. Dat gebeurt tegen progressieve tarieven die kunnen oplopen tot 50 procent. Ook wanneer je bijvoorbeeld als zelfstandige tuinier je diensten op ListMinut aanbiedt, beschouwt de fiscus je inkomsten wellicht als een beroepsinkomen.

Er gelden nog enkele andere voorwaarden om in aanmerking te komen voor het deeleconomietarief. De dienstverlening moet zich richten tot particulieren: je mag dus geen klusjes opknappen voor een bedrijf. Bovendien moet het betrokken platform erkend zijn door de overheid. Tot nu is dat het geval voor twaalf platformen: Bijles Herent, bringr, DaJobs, FLAVR, Heetch, Klaar is Kees, ListMinut, Menu Next Door, MySherpa, Pwiic, UberEATS en Your Private Butler.

Airbnb niet erkend

Airbnb staat niet op dat lijstje. De situatie voor dat platform is bovendien complexer, omdat er niet alleen een dienst wordt geleverd (bijvoorbeeld het aanbieden van een ontbijt of het schoonmaken van de kamer), maar ook een ruimte wordt verhuurd. Daarom heeft volgens de fiscus slechts 20 procent van de inkomsten betrekking op diensten. Dat moet je zo vermelden op je belastingbrief.

Omdat Airbnb niet officieel erkend is als een deeleconomieplatform, wordt dat deel wellicht belast als een divers inkomen tegen 33 procent, en niet tegen het gunsttarief van 10 procent, al wilde de federale overheidsdienst Financiën dat niet formeel bevestigen of ontkennen. De overige 80 procent moet je op je belastingaangifte nog eens opsplitsen op basis van de 60-40-verdeelsleutel. 60 procent wordt beschouwd als onroerende inkomsten uit de verhuur van de kamer of de woning. De andere 40 procent moet je aangeven als roerende inkomsten uit de verhuur van de meubels.

Partner Content