Effectentaks ontwijken kan nog altijd

© Belga
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Na veel gepalaver zijn de meerderheidspartijen het eens geraakt over het oplapwerk dat nodig is aan de wet op de effectentaks. Er werden zogenoemde ontwijkbepalingen toegevoegd. We vroegen de mening van fiscalisten.

Aan de grote lijnen van het wetsontwerp is niets meer veranderd. Er wordt dus vanaf volgend jaar een belasting van 0,15 procent geheven op effectenrekeningen waarop voor meer dan 500.000 euro effecten staan. Voor inwoners van België maakt het niet uit of hun rekening bij een Belgische of een buitenlandse bank staat. Betalen zullen ze. Ook niet-inwoners met een effectenrekening bij een Belgische bank betalen de taks.

1. Ontsnappen door portefeuille in vennootschap in te brengen

Effectenrekeningen die in een vennootschap zijn ondergebracht, vallen buiten de scoop van de belasting. De regering voegde een passage aan de wet toe om te vermijden dat een particulier de taks kan ontwijken door zijn beleggingsportefeuille in een vennootschap in te brengen.

“Elke inbreng van een effectenrekening die plaatsvindt vanaf 1 januari 2018 in een aan de vennootschapsbelasting onderworpen rechtspersoon met als enige doel aan de taks te ontkomen, heeft tot gevolg dat de inbrenger van de effectenrekening geacht wordt de titularis van de effectenrekening te zijn.”

Door die formulering moet de fiscus de intentie van de belastingplichtige kunnen bewijzen. “Het wordt voor de fiscus heel moeilijk te bewijzen dat het ontkomen van de taks het enige doel is”, zegt Gerd D Goyvaerts, vennoot bij het advocatenkantoor Tiberghien.

‘Een spaarrekening voor rechtspersonen brengt letterlijk nul procent rente op’

“Een spaarrekening voor rechtspersonen brengt letterlijk nul procent rente op. Voor natuurlijke personen is er nog iets van rente. Zelfs als er fiscale motieven mee gemoeid zijn, zal er naast elke fiscale doelstelling ook een beleggingsdoelstelling zijn.”

Als de vennootschap om geldige redenen wordt gebruikt, dan wordt de antimisbruikbepaling buiten spel gezet, volgens fiscaal advocaat Denis-Emmanuel Philippe van Bloom Law.

Philippe: “Mijn advies? Zorg ervoor dat er allerlei andere economische, organisatorische, familiale of patrimoniale redenen zijn voor de inbreng van een effectenrekening in een vennootschap. Ik denk bijvoorbeeld aan de centralisatie van effecten onder een beleggingsvennootschap die actief financieel wordt beheerd, of het opzetten van een successieplanning, waarbij de pater familias de aandelen van de beleggingsvennootschap aan zijn kinderen schenkt, eventueel met behoud van het vruchtgebruik. Reden tot paniek is er niet. Deze antimisbruikregeling zal enkel van toepassing zijn in extreme gevallen. Bovendien viseert de antimisbruikbepaling enkel de inbreng van een effectenrekening. Ik denk dat we vaker zullen zien dat effecten verkocht worden in plaats van ingebracht.”

Gesteld dat de fiscus kan bewijzen dat een particulier slechts één doel voor ogen had toen hij zijn beleggingsportefeuille onderbracht in een vennootschap, dan zal die particulier toch de effectentaks moeten betalen.

Goyvaerts vraagt zich af hoe dat praktisch in zijn werk zal gaan. “De effectentaks wordt geïnd door de banken. Het wordt heel interessant te kijken hoe de banken daarmee zullen omspringen. Zullen zij na elke verhuizing van een beleggingsportefeuille naar een vennootschap de taks blijven innen? Dat zou betekenen dat de particulier naar de bevoegde instanties moet om te bewijzen dat hij andere doelstellingen had en zijn onterecht geïnde taks terug te vorderen? Kunnen de banken die effecten wel traceren?”

‘De effectentaks wordt geïnd door de banken. Het wordt heel interessant te kijken hoe zij daarmee zullen omspringen’

“Stel dat ik van mijn portefeuille van 600.000 euro zo’n 200.000 euro aan effecten verhuis naar een andere bank en die vervolgens in een vennootschap stop, dan weet noch de eerste noch de tweede bank dat ik iets ontwijk. En dan zijn het niet meer de banken die de taks moeten innen, maar dan is er een aangifteplicht voor de betrokken particulier die dan zogezegd als enige doel had aan de taks te ontkomen.”

Door de meerwaardebelasting op aandelen, die vanaf 1 januari 2018 in de vennootschapsbelasting wordt geïntroduceerd, is het sowieso minder interessant een portefeuille met aandelen in de vennootschap in te brengen. “Het verschilt naargelang het beleggingsproduct of het al dan niet interessant is een product aan te houden via een vennootschap”, merkt Goyvaerts op. “Door de stijging van het percentage definitief belaste inkomsten (DBI) van 95 naar 100 procent is het nu des te interessanter met een vennootschap te beleggen in een zogenoemde DBI-bevek.”

Het stelsel van de definitief belaste inkomsten moet een dubbele belasting van de winst van een vennootschap vermijden en geldt in principe enkel voor bedrijven die dividenden ontvangen van een dochterbedrijf waarvan ze 10 procent van het kapitaal bezitten of waarin ze meer dan 2,5 miljoen euro geïnvesteerd hebben. Een DBI-bevek is een beleggingsfonds dat 90 procent van zijn inkomsten uitkeert en waarvan de dividenden niet meer belast worden in de vennootschapsbelasting.

Philippe voegt er nog aan toe: “De patrimoniale of familiale holdings die nu al een effectenrekening bezitten, zullen dus de dans ontspringen. Zij betalen ook geen meerwaardebelasting of dividendbelasting op beursgenoteerde aandelen waarin ze meer dan 2,5 miljoen euro investeerden om van de DBI-aftrek te genieten.”

2. Ontsnappen door effecten op naam te zetten

Wie voor 9 december effecten op naam heeft gezet, hoeft zich verder van niks iets aan te trekken. Wie nog van plan was voor het einde van het jaar aandelen op een effectenrekening om te zetten naar aandelen op naam, of op een later tijdstip, zal nog één keer effectentaks moeten betalen.

“De belastbare financiële instrumenten die gehouden worden op een effectenrekening, die het voorwerp uitmaken van een omvorming vanaf 9 december 2017 naar niet-belastbare financiële instrumenten gehouden in een register van effecten op naam, uitsluitend voor de referentieperiode waarin de omvorming plaatsvindt. De omvorming die plaatsvindt vanaf 9 december 2017, wordt toegerekend aan de eerste referentieperiode vanaf 1 januari 2018.”

‘Het is al vaker gebeurd dat belastingen voor beleggers met terugwerkende kracht werden geïntroduceerd’

De referentieperiode loopt telkens van 1 oktober tot 30 september van het volgende jaar. “Dat betekent dus dat beleggers ontsnappen door een omzetting van effecten op een effectenrekening naar aandelen op naam. Als de omzetting voor 9 december gebeurde, is de effectentaks niet van toepassing. Als die omzetting na 9 december wordt verricht, zullen de aandelen op naam maar voor een jaar meetellen.” Volgens Philippe is de beperking van de antimisbruikbepaling in de tijd, tot een jaar, de achilleshiel van deze maatregel.

De wet is nog niet gepubliceerd in het Staatsblad, maar dat is geen vereiste. “Het is al vaker gebeurd dat belastingen voor beleggers met terugwerkende kracht werden geïntroduceerd”, weet Goyvaerts. “De regering moet er alleen voor zorgen dat ze de wetten met een rotvaart door het parlement jaagt, zodat ze nog voor het einde van het jaar in het Staatsblad gepubliceerd kunnen worden. Dat heeft te maken met het eenjarigheidsbeginsel dat geldt voor de personenbelasting, hoewel het zelfs niet zeker is of dat hier van toepassing is. De taks op effectenrekeningen is de eerste vermogensbelasting van dit type. Dit is onontgonnen terrein.”

3. Aanvechten voor het Grondwettelijk Hof

Goyvaerts zou naar eigen zeggen verbaasd zijn als er de komende jaren niemand deze wet zou aanvechten voor het Grondwettelijk Hof. “De argumenten staan in het advies van de Raad van State. Een advocaat hoeft die argumenten bij wijze van spreken maar over te schrijven om een zaak te hebben.” De Raad van State heeft vooral een probleem met de discriminatie tussen effecten op een rekening en effecten op naam.

Het is al langer duidelijk dat bepaalde regeringsleden geen belasting op vermogen wilden, en andere wel

Goyvaerts merkt op dat de regering het zichzelf moeilijk heeft gemaakt. “Had ze gewoon de focus gelegd op een belasting op effectenrekeningen, dan was er geen probleem geweest. Maar ze heeft in de memorie van toelichting bij deze wet geschreven dat de taks wordt ingevoerd met het oog op een meer rechtvaardig fiscaal beleid en dan kan je dat onderscheid tussen aandelen op naam en aandelen op een effectenrekening natuurlijk moeilijker hardmaken.”

Het politieke discours dat in deze wettekst is geslopen, zou weleens de doodsteek voor die wet kunnen betekenen. Het is al langer duidelijk dat bepaalde regeringsleden geen belasting op vermogen wilden, en andere wel. Het is even duidelijk dat bepaalde regeringsleden geen ontwijkbepalingen wilden, en andere wel. Het resultaat is een wet die kan worden aangevochten voor het Grondwettelijk Hof.

“Zo’n procedure duurt jaren. Een uitspraak is pas voor 2019, dus na de volgende federale verkiezingen. De volgende regering kan dan deze regering met de vinger wijzen. En het Grondwettelijk Hof vernietigt wetten voor de toekomst, maar bijna nooit voor het verleden. “Voor de toekomst” betekent dat de overheid zelfs bij een vernietiging van deze wet de effectentaksen die beleggers de komende jaren zullen betalen, nooit zal terugbetalen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content