Dit zijn de fiscale voordelen van een lichte vrachtwagen

© Thinkstock

Het is niet eenvoudig meer een luxe 4×4-terreinwagen in te schrijven als een lichte vrachtwagen, om voordeel te trekken van de goedkopere fiscaliteit. De regels zijn heel streng geworden.

Tot voor 2006 konden eigenaars een nieuwe luxeterreinwagen als een lichte vrachtwagen laten inschrijven bij de Dienst voor de Inschrijving van Voertuigen (DIV). De technische voorwaarden waren beperkt. Zo volstond het dat de minimale lengte van de laadruimte 30 procent van de wielbasis bedroeg. Van die soepele regelgeving werd vaak misbruik gemaakt: een terreinwagen kon gewoon worden omgebouwd tot een lichte vracht door de achterste rij zetels uit de wagen te verwijderen. De fiscus stelde vast dat dat vaak gebeurde met luxe 4×4-jeeps, breaks, SUV’s en terreinwagens, zoals de BMW X5, de Porsche Cayenne en de Mercedes ML.

In 2006 werden de technische voorwaarden strenger gemaakt. Zo werd de minimale lengte van de laadruimte tegenover de wielbasis verhoogd van 30 naar 50 procent. De autokeuring controleert die voorwaarden. De fiscus baseert zich niet langer op het inschrijvingsbewijs, maar op het keuringbewijs om de eigenaar te belasten. Een wagen kan alleen worden ingeschreven als een lichte vracht indien op het keuringbewijs, naast de nummerplaat, een percentage van minstens 50 staat vermeld staat. Het is nog altijd mogelijk een personenwagen om te bouwen tot een lichte vracht, maar die ombouw moet definitief en onomkeerbaar zijn, en er moet aan alle technische voorwaarden zijn voldaan.

Twee zitplaatsen

Door die strengere regels is het veel minder interessant een lichte vrachtwagen te gebruiken als personenwagen. Een lichte vracht met meer dan twee zitplaatsen kunt u niet meer nieuw kopen, tenzij u kiest voor een pick-up of een bestelwagen met een dubbele cabine. De laadruimte moet volledig van de passagiersruimte zijn afgesloten. Zo voldoen de lange versies van kleine bestelwagens als de VW Caddy Maxi en grotere bestelwagens als de Toyota PROACE aan de homologatievoorwaarden, en leunt de Volkswagen-pick-up van het type Amarok dicht aan bij een gewone SUV. Toch zijn het comfort en het rijgedrag van die voertuigen meestal niet te vergelijken met die een gewone personenwagen.

Beperkt u zich tot maximaal twee zitplaatsen, dan kunt u een sportievere wagen met een achterklep laten ombouwen tot een lichte vracht. De achterbank met de gordels en de bevestigingspunten moet u dan laten vervangen door een laadvloer met een rand van 20 centimeter achter de voorstoelen. Er zijn gespecialiseerde firma’s die zich bezighouden met die ombouw en ook de homologatieprocedure voor hun rekening nemen. Een richtprijs voor de transformatie en de homologatie is ongeveer 1300 euro (exclusief btw). Houd er ook rekening mee dat een lichte vracht elk jaar naar de technische keuring moet, in plaats van na vier jaar.

Fiscale voordelen

Op een wagen die wordt gekeurd en gehomologeerd als een lichte vracht, betaalt u geen belasting op inverkeerstelling. U betaalt wel de jaarlijkse verkeersbelasting, maar die is veel lager dan voor een personenwagen. In de drie gewesten hangt de jaarlijkse verkeersbelasting af van de maximaal toegelaten massa. Maximaal draagt u 148,76 euro per jaar af. Voor gewone wagens wordt de jaarlijkse verkeersbelasting berekend op basis van de fiscale PK. Voor een zware wagen, bijvoorbeeld met 15 fiscale PK, betaalt u in de drie gewesten 793,27 euro per jaar.

Als u een personenwagen beroepsmatig gebruikt, zijn de autokosten – afschrijvingen, onderhoud en verzekeringen – aftrekbaar voor 75 procent van het beroepsgebruik. Voor een vennootschap is de aftrek van de brandstofkosten beperkt tot 75 procent en die van de andere autokosten bedragen 50 tot 120 procent, afhankelijk van de CO2-uitstoot van de wagen. Die beperkingen gelden niet voor lichte vrachtwagens. Als u een lichte vracht volledig voor beroepsdoeleinden gebruikt, zijn alle autokosten volledig fiscaal aftrekbaar.

Een lichte vracht kunt u degressief afschrijven. Dat betekent dat u de aanschafwaarde sneller kunt afschrijven en dat u vooral de eerste jaren een groter afschrijvingsbedrag hebt. Het afschrijvingspercentage mag maximaal het dubbele van het gewone lineaire percentage bedragen, op voorwaarde dat u niet meer afschrijft dan 40 procent van de aanschaffingswaarde. De volgende jaren past u dat vaste percentage toe, min de vroegere afschrijvingen. Zodra het vaste percentage een lagere afschrijving oplevert dan de lineaire afschrijving, mag u overschakelen op het lineaire stelsel (zie kader Zo schrijft u degressief af).

Er is ook een voordeel voor de btw. Voor een personenwagen is de btw op de aankoop en op de kosten nooit voor meer dan 50 procent aftrekbaar. Voor een lichte vracht is de btw aftrekbaar in de mate dat u de auto beroepsmatig gebruikt. Gebruikt u een lichte vracht volledig voor uw beroep, dan is de btw voor 100 procent aftrekbaar.

Voordeel alle aard

Gebruikt u een lichte vracht die ingeschreven is op uw vennootschap ook voor privédoeleinden – bijvoorbeeld voor het woon-werkverkeer – dan wordt u net zoals bij een gewone wagen belast op een voordeel van alle aard. Dat voordeel wordt bij een lichte vracht niet berekend op basis van de cataloguswaarde en de CO2-uitstoot, maar op basis van de zogenoemde werkelijke waarde voor de gebruiker. Dat voordeel hangt af van de omstandigheden en is gelijk aan “het bedrag dat de verkrijger in normale omstandigheden zou moeten besteden om een dergelijk voordeel te verkrijgen”. In de praktijk kan dat gebeuren door de kilometerprijs van de lichte vracht – die u vindt in gespecialiseerde automagazines – te vermenigvuldigen met het werkelijk aantal gereden privékilometers, waaronder het woon-werkverkeer.

De kenmerken van een lichte vracht

De technische kenmerken waaraan een lichte vracht moet voldoen, staan in het Wetboek van de met Inkomstenbelastingen Gelijkgestelde Belasting (WIGB). De toegelaten massa van een lichte vracht mag 3500 kilogram niet overschrijden. Soorten lichte vracht zijn:

1. Pick-ups met een enkele cabine en

– een volledig van de laadruimte afgesloten enkele cabine die, naast die van de bestuurder, ten hoogste twee plaatsen bevat;

– een open laadbak, eventueel afgesloten met een dekzeil, een plat en horizontaal deksel of een opbouw om de lading te beschermen.

2. Pick-ups met een dubbele cabine en:

– een volledig van de laadruimte afgesloten dubbele cabine die, naast die van de bestuurder, ten hoogste zes plaatsen bevat;

– een open laadbak, eventueel afgesloten met een dekzeil, een plat en horizontaal deksel of een opbouw om de lading te beschermen.

3. Bestelwagens met een enkele cabine en

– een passagiersruimte die, naast die van de bestuurder, ten hoogste twee plaatsen bevat;

– een laadruimte die is afgesloten van de passagiersruimte door een tussenschot van ten minste 20 centimeter hoogte of, bij gebrek daaraan, door de rugleuning van de enige rij zetels;

– een laadruimte waarvan de lengte minstens 50 procent bedraagt van de lengte van de wielbasis;

– een laadruimte die over haar hele oppervlakte bestaat uit een van het koetswerk deel uitmakende, vaste of duurzaam bevestigde horizontale laadvloer zonder verankeringsplaatsen voor bijkomende banken, zetels of veiligheidsgordels.

4. Bestelwagens met een dubbele cabine en

– een passagiersruimte die, naast die van de bestuurder, ten hoogste zes plaatsen bevat;

– een laadruimte die volledig is afgesloten van de passagiersruimte door een niet-afneembare ononderbroken wand uit een hard materiaal over de volle breedte en hoogte van de binnenruimte;

– een laadruimte waarvan de lengte minstens 50 procent bedraagt van de lengte van de wielbasis;

– een laadruimte die over haar hele oppervlakte bestaat uit een van het koetswerk deel uitmakende, vaste of duurzaam bevestigde horizontale laadvloer zonder verankeringsplaatsen voor bijkomende banken, zetels of veiligheidsgordels.

(Bron: FOD Financiën)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content