‘Audit Rekenhof wijst op noodzaak segmentering fiscale fouten’

JAN TUERLINCKX "Het fiscale bezwaarschrift onderuithalen past in de filosofie van minister van Financiën Johan Van Overtveldt om zijn administratie te rendabiliseren." © KRIS VAN EXEL
Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Het Rekenhof bekritiseert de fiscale discriminatie door de Bijzondere Belastinginspectie. Advocaat Jan Tuerlinckx pleit voor een alternatieve aanpak, die rekening houdt met de aard van de fiscale fout.

Een audit van het Rekenhof heeft kritiek omdat de fiscus de belastingplichtigen zwaarder aanpakt als ze geen akkoord sluiten over een aanslag. Dat leidt ertoe dat belastingplichtigen niet gelijk worden behandeld. Jan Tuerlinckx van het gelijknamige advocatenkantoor: “De fiscale administratie heeft een bijzonder grote appreciatiebevoegdheid om fiscale boetes en belastingverhogingen op te leggen. Het verslag van het Rekenhof stelt empirisch vast dat er heel wat willekeur te bespeuren is bij het opleggen van de verschillende belastingsancties.”

Hoewel er geen coherent beleid in de administratie is, heeft de Bijzondere Belastinginspectie toch een bepaalde coherentie ontwikkeld, stelt de advocaat vast. “De BBI coördineert het sanctiebeleid op het behalen van de door de FOD Financiën opgelegde doelstellingen. Om de quota te halen, zijn de boetes minder hoog als er een akkoord is met de belastingadministratie. De belastingplichtige wordt zo aangemoedigd niet voor zijn rechten op te komen in een administratieve of een gerechtelijke procedure.”

Uit het onderzoek van het Rekenhof blijkt echter dat in procedures de de opgelegde boetes vaak verlaagd worden door de rechtbanken. “Boetes worden vaak teruggedraaid omdat ze strijdig worden geacht met de essentiële mensenrechten”, aldus Tuerlinckx.

Hij legt de oorzaak van de verschillende boetes bij de wetgeving, die niet duidelijk is over de sanctiemogelijkheden bij fiscale overtredingen. “De fiscale wetgever heeft de mogelijkheid gelaten aan de belastingadministratie belastingverhogingen op te leggen tussen 0 en 200 procent”, weet Tuerlinckx. “Er is geen duidelijke cataloog van typeringen. Nochtans bestaan die in de ons omringende landen wel. Bovendien is er in België enkel een verschil tussen fiscale fraude en fiscale ontwijking. Er zijn met andere woorden geen gradaties van fouten. Te veel hangt af van de persoonlijke interpretatie van de behandelende ambtenaar.”

De advocaat bepleit “een getrapt systeem van fiscale bestraffing”. Hij verwijst naar de Britse belastingadministratie. Die maakt niet alleen het onderscheid tussen (legale) belastingontwijking en (illegale) belastingontduiking, maar hanteert nog zes andere categorieën: juridische interpretaties, niet-betalingen (als gevolg van insolvabiliteit), georganiseerde criminaliteit (zoals btw-carrousels), zwarte economie, fouten en onzorgvuldigheid bij de aangifte. “Gedrag dat minder getolereerd is, wordt zwaarder gestraft”, aldus Tuerlinckx. “Zo’n systeem is rechtvaardiger dan de huidige willekeur.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content